Wie mag les geven of examinator zijn voor de praktische proef?
Om de theoretische en praktische lessen te mogen geven moet men minstens 3 jaar houder zijn van een A- of B-vergunning (zie het BIPT document Basisvergunning voor Radioamateur – Programma).
Verduidelijking: Een A-vergunning is de huidige HAREC vergunning, een B vergunning was de vroegere ON1 vergunning (enkel VHF en hogere frequenties). Op 15 september 2010 heeft de Raad van BIPT beslist dat de houders van een B-vergunning (ON1) een A-vergunning krijgen.
Concreet betekent dit dat alle radioamateurs die sinds ten minste 3 jaar een ON1, ON4, ON5, ON6, ON7, ON8, ON9 roepnaam hebben de theoretische en praktische lessen te mogen geven.
Dezelfde voorwaarden gelden ook voor de examinatoren van de praktische proef, met de bijkomende voorwaarde dat elke examinator aanvaard moet worden door BIPT.
Deze aanvaarding blijft geldig (behoudens intrekking door BIPT) en moet dus niet voor elke opleiding opnieuw aangevraagd worden.
Onafhankelijk van deze voorwaarden wordt verondersteld dat de lesgevers en examinatoren de nodige technische en educatieve bekwaamheid hebben. Van de examinatoren wordt ook verwacht dat ze integer en objectief beoordelen.
Verduidelijking: Een A-vergunning is de huidige HAREC vergunning, een B vergunning was de vroegere ON1 vergunning (enkel VHF en hogere frequenties). Op 15 september 2010 heeft de Raad van BIPT beslist dat de houders van een B-vergunning (ON1) een A-vergunning krijgen.
Concreet betekent dit dat alle radioamateurs die sinds ten minste 3 jaar een ON1, ON4, ON5, ON6, ON7, ON8, ON9 roepnaam hebben de theoretische en praktische lessen te mogen geven.
Dezelfde voorwaarden gelden ook voor de examinatoren van de praktische proef, met de bijkomende voorwaarde dat elke examinator aanvaard moet worden door BIPT.
Deze aanvaarding blijft geldig (behoudens intrekking door BIPT) en moet dus niet voor elke opleiding opnieuw aangevraagd worden.
Onafhankelijk van deze voorwaarden wordt verondersteld dat de lesgevers en examinatoren de nodige technische en educatieve bekwaamheid hebben. Van de examinatoren wordt ook verwacht dat ze integer en objectief beoordelen.