Toespraak van de voorzitter
Nationaal Congres UBA – 8 mei 2010 – Wépion
Toespraak door de voorzitter
Claude van Pottelsberghe de la Potterie - ON7TK
Toespraak door de voorzitter
Claude van Pottelsberghe de la Potterie - ON7TK
We zijn opnieuw samen om het feest van de UBA te vieren. Ik hoop dat het voor iedereen een mooie dag wordt vol goede en interessante belevenissen. Eerst en vooral wil ik Guy ON5FM en zijn ganse ploeg bedanken voor de goede ontvangst in dit prachtige complex "La Marlagne". Dat de organisatie van dit gebeuren niet van een leien dakje gelopen is, mag geweten zijn. Maar het uiteindelijke resultaat mag er zijn. Bedankt, Guy.
Intussen heb ik mijn derde jaar voorzitterschap achter de rug en begin ik stilaan het klappen van de zweep te kennen. Ik wil iedereen bedanken die zich in de loop van dit werkjaar op de ene of andere manier voor onze vereniging heeft ingezet. Het hoeft niet altijd om grootse taken of realisaties te gaan. Elke vorm van inzet, hoe klein ook, wordt steeds als waardevol ervaren. Het is algemeen geweten dat vele kaderleden zich laten bijstaan door medewerkers die veelal op de achtergrond werkzaam zijn. Ook zij verdienen onze waardering. Dankzij al deze inspanningen is de UBA wat ze vandaag is.
De activiteitenagenda op de UBA-website bewijst dat er heel wat te doen is in onze vereniging. Niet minder dan 115 activiteiten werden aangekondigd, waaronder 27 basiscursussen, 3 HAREC-cursussen, 41 voordrachten en 44 andere activiteiten waarvan het merendeel hambeurzen. We hebben het dan nog niet over de talrijke opendeurdagen en de deelnames aan publieke manifestaties. Al deze activiteiten vormen het zichtbare gedeelte van onze organisatie. Daarnaast heb je ook een minder opvallend, maar even belangrijk gedeelte. Hier wil ik het hebben over de tientallen werkvergaderingen die in de schoot van onze vereniging hebben plaatsgevonden. Het doel van dergelijke bijeenkomsten kan heel uiteenlopend zijn. In het ene geval gaat het over informatiedoorstroming, in het andere geval wenst men bepaalde afspraken te maken, enz. Afspraken, overleg en informatiedoorstroming hebben tot doel de organisatie nog beter te doen functioneren. Ze zijn dus geen overbodige luxe binnen onze UBA.
Toen ik enkele weken geleden wat opzoekingswerk deed in oude CQ-QSO’s uit de jaren '80, kwam ik toevallig terecht bij de voorstelling van kandidaat-bestuurders. Niet minder dan zes OM hadden toen hun kandidatuur ingediend voor slechts drie mandaten. Voor mij is dit opmerkelijk omdat de trend de laatste jaren zodanig is geëvolueerd dat niemand nog spontaan zijn kandidatuur voor bestuurder stelt. Wat is er dan zo verschillend met vroeger? Voelt men zich nog betrokken bij onze vereniging? Of moet er een crisissituatie zijn opdat iedereen in actie zou komen? Ik hoop van harte dat ik voor de volgende verkiezingen niet meer op bedeltocht moet gaan om alle plaatsen binnen ons bestuur in stand te houden. Hou dus het novembernummer van CQ-QSO goed in de gaten.
Net zoals de twee vorige jaren, worden dit jaar onze trouwe vrijwilligers in de bloemetjes gezet met de uitreiking van de zilveren en de gouden speld. Het is de bedoeling dat dit stilaan een traditie wordt om onze trouwe collega’s kaderleden van de UBA te bedanken voor de 15 of 25 jaren trouwe en vooral belangeloze inzet.
Sinds vorig jaar heeft ook de regionale politiek een invloed op onze hobby. We hebben het inderdaad over de stralingsnormen die sinds de uitspraak van het Grondwettelijk Hof op 15 januari 2009, onder de bevoegdheid vallen van de Gewesten. Tijdens mijn toespraak op ons vorig congres te Oostende, ben ik hierop uitvoerig ingegaan. Toen had het Brussels Gewest zijn normen reeds vastgelegd in een ordonnantie van 1 maart 2009 en wisten we dat de radioamateurs van deze normering waren vrijgesteld. Wat later was het de beurt aan het Waals Gewest dat op 1 april 2009 nieuwe stralingsnormen in een decreet kenbaar maakte. Ook hier waren de radioamateurs vrijgesteld. Tot dan hadden we nog geen weet van de Vlaamse stralingsnormen. Eind mei konden we deelnemen aan een overlegvergadering bij de Vlaamse administratie. Tijdens de eerste gesprekken met de Vlaamse administratie werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om de radioamateurs voor te stellen. Vermits de radioamateurs vrijgesteld waren in de andere gewesten, vroegen we naar een gelijkaardige regeling. Al gauw werd duidelijk dat hier niet zou worden op ingegaan. Dat de impact van een radioamateurstation in de tijd eerder beperkt is, werd wel aanvaard. Dat de radioamateurs regelmatig hun antenne-opstelling kunnen wijzigen, werd eveneens aanvaard. Dit laatste leidde tot het begrip "maximum antennedossier".
Na dit eerste overleg bleef het een hele tijd stil. Tot we in november 2009 werden gevraagd voor een tweede overlegvergadering. Ook hier was het duidelijk dat een volledige vrijstelling niet zou aanvaard worden. Toen was ook al duidelijk dat de kosten voor het behandelen van de dossiers zouden worden doorgerekend aan de indiener van het dossier. Er werd door onze vertegenwoordigers hard aangedrongen om de kosten tot nul te herleiden. Als het van de administratie afhangt, wordt de retributie gehandhaafd. We spreken hier over een bedrag van 150 euro, geïndexeerd, wat voor dit jaar neerkomt op ongeveer 166 euro. Begin januari is het dossier verhuisd naar het kabinet van mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur. Het is nu aan de politiek om verder te beslissen. Nadat het voorstel tot uitvoeringsbesluit in eerste lezing door de voltallige regering was goedgekeurd, kregen we voor de eerste keer de tekst van het besluit te zien. We zijn nu al zeker dat we vrijgesteld zijn van de norm "per antenne / per operator" van 3 V/m bij 900 MHz. Enkel de GSM-operatoren moeten aan deze norm voldoen, alle andere doelgroepen zijn vrijgesteld. Alle doelgroepen zijn evenwel onderworpen aan de cumulatieve norm van 20,6 V/m bij 900 MHz. Dus ook de radioamateurs. Dit wil zeggen de norm voor de radioamateurs exact dezelfde blijft als deze waaraan ze onderworpen waren tot voor kort in het “federale” tijdperk. Dat heeft eveneens als gevolg dat de circa 1250 vroeger goedgekeurde dossiers van radioamateurs zonder meer worden overgenomen. Hiermee is het grootste gevaar afgewend, want een norm van 3V/m bij 900 MHz zou voor heel wat radioamateurs een echt probleem zijn.
Wat staat er nu nog te gebeuren? Het voorstel van uitvoeringsbesluit wordt besproken in de Mina-raad en zal na behandeling worden nagekeken door de Raad van State. Uiteindelijk wordt het besluit door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Hoewel de kans op een vrijstelling bijzonder klein is, is er besloten te blijven ijveren om die vrijstelling te bekomen. Indien de Vlaamse radioamateurs een dossierplicht wordt opgelegd, ijveren we eveneens om de retributie tot nul te herleiden. Het spreekt voor zich dat we deze doelstellingen bij de verschillende raden en mandatarissen proberen te bepleiten. Het werk is dus nog niet af. Ik breng u in herinnering dat begin 2009 een werkgroep werd samengesteld die zich buigt over de te volgen strategie, zowel in Wallonië, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, als in Vlaanderen. Mag ik van deze gelegenheid gebruik maken om iedereen te bedanken?
In de marge van de stralingsproblematiek kwamen nog andere dossiers aan bod. In Wallonië heeft een besluit van de Minister bevoegd voor stedenbouw gezorgd voor een gevaarlijk precedent. Het dossier zit heden bij de Raad van State, omdat we het weigeringsbesluit van de Minister willen aanvechten. Ik wil in het bijzonder Pierre ON6GB bedanken voor alle inspanningen die hij heeft gedaan om onze belangen op ministerieel niveau te verdedigen. Bedankt Pierre!
In Vlaanderen en Brussel worden we geconfronteerd met de problematiek rond de taxatie van pylonen. Tijdens gesprekken met lokale mandatarissen werd snel duidelijk dat men de eigen burgers niet wil lastig vallen. De teksten wijzigen van de gemeentelijke verordening is niet aan de orde. Voorlopig heeft onze B-EARS verantwoordelijke, Jacques ON4AVJ, ervoor gepleit om de radioamateurs te integreren in het gemeentelijk rampenplan. Of dit zal lukken is nog even afwachten.
Wie een antenne-installatie met bijhorende pyloon wil plaatsen, wordt al gauw geconfronteerd met de strenge reglementering rond stedenbouw. We krijgen regelmatig de vraag van leden om in dergelijke dossiers advies te geven. Vermits "stedenbouw" ook een regionale materie is, zijn de reglementen verschillend in de drie gewesten. Om de UBA-leden, woonachtig in Vlaanderen, ter hulp te zijn, heeft Steven ON3SLB, advocaat aan de balie van Gent, een prachtig vademecum samengesteld, dat een gestructureerd overzicht geeft van de verschillende procedures die van kracht zijn. Deze juridische leidraad telt 125 bladzijden en wordt eerstdaags via ons servicebureau ter beschikking gesteld van onze UBA-leden. Ook Olivier ON4EI doet een gelijkaardige studie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bedankt Steven en Olivier voor dit nuttige werk.
De onderhandelingen rond de hiervoor vermelde dossiers hebben ons in contact gebracht met diverse administraties en politieke mandatarissen. Het is duidelijk dat de radioamateurs nauwelijks of helemaal niet gekend zijn in deze milieus. Tijdens de gesprekken werd er in eerste instantie voor gezorgd om onze hobby beter kenbaar te maken. En dat is duidelijk geen overbodige luxe! Onlangs verklaarde een gewestelijk minister dat de radioamateurs zich bezig houden met een verouderde manier van communiceren en dat ze verdrongen worden door de GSM-communicatie en het gebruik van programma’s zoals Skype! Dit laatste maakte deel uit van een parlementaire vraag aan de heer Emir Kir, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 21 april jl. Je zou van minder schrikken. We kunnen hier twee lessen uit trekken: de man weet duidelijk niet wat radioamateurs zijn en hij denkt dat GSM en Skype een substituut zijn voor onze activiteiten als radioamateur. Hoogste tijd dus om aan promotie te doen. Op Europees niveau wordt door de IARU-werkgroep EUROCOM aan promotie gedaan. In het kader van de promotie kunnen we de tentoonstelling die de IARU Region 1 organiseerde in het Europees parlement enkele dagen geleden, een echt succes noemen. Daar was het de bedoeling om de radioamateurs beter kenbaar te maken bij onze Europese parlementariërs. Dit gebeurde deze keer onder leiding van Thilo Kootz DL9KCE. Ook Gaston ON4WF was van de partij, met een live ARISS-verbinding tussen leerlingen van de Europese school en het ISS, en daar bovenop het bezoek van drie ruimtevaarders waaronder Frank De Winne ON1DWN. Proficiat Gaston.
In het kader van "promotie" wil ik nog het volgende kwijt: heb je niet gemerkt dat de lijst van Silent Keys dit jaar zeer lang is geworden? Deze vraag zal waarschijnlijk eigenaardig overkomen, maar rekening houdend met de wetenschap dat niets blijvend is in deze wereld, moeten we dringend werk maken van de verjonging van onze gelederen. Dit jaar zijn er dubbel zoveel Silent Keys als vorig jaar. Ik kan alleen maar hopen dat deze trend zich niet verderzet. De toekomst zal het uitwijzen. Feit is dat iedereen van ons een grote verantwoordelijkheid draagt in het voortbestaan van onze hobby. Kijk alsjeblieft niet naar de UBA als organisatie. De UBA kan alleen de promotiemiddelen ter beschikking stellen. Het zijn wij die elk voor onze eigen omgeving de ambassadeurs moeten zijn van onze prachtige hobby. Praat erover met familie en vrienden. Zorg ervoor dat iedereen weet waarmee je bezig bent. Wie weet lig je onverwacht aan de basis van een nieuwe ON.
Tot slot wil ik graag eindigen met de vermelding van de publicatie van het nieuwe Koninklijke Besluit van 18 december 2009. Dit had voor gevolg dat de rechten voor het houden van een radioamateurstation goedkoper werden voor een groot deel van de radioamateurs. De publicatie van dit KB had verder geen gevolg voor ons. Of toch! Door de publicatie van dit KB kan nu eindelijk werk gemaakt worden van een nieuw KB voor de radioamateurs. Hier verwachten we heel wat nieuwigheden. In een publicatie op de UBA-website heeft John ON4UN reeds een tipje van de sluier opgelicht. Nu is het hopen dat het KB er snel zal komen, wat ons althans door het BIPT is beloofd.
Sta me toe iedereen te bedanken. In eerste instantie jullie allemaal om hier aanwezig te zijn. Ik wil ook alle UBA-kaderleden bedanken die hebben bijgedragen tot de goede werking van onze vereniging. Nog een allerlaatste woord van dank gaat naar onze partners en onze familie die ons steunen in het beleven van onze prachtige hobby! Ik wens u allen nog een aangenaam UBA-congres toe.
Leve de UBA!
Intussen heb ik mijn derde jaar voorzitterschap achter de rug en begin ik stilaan het klappen van de zweep te kennen. Ik wil iedereen bedanken die zich in de loop van dit werkjaar op de ene of andere manier voor onze vereniging heeft ingezet. Het hoeft niet altijd om grootse taken of realisaties te gaan. Elke vorm van inzet, hoe klein ook, wordt steeds als waardevol ervaren. Het is algemeen geweten dat vele kaderleden zich laten bijstaan door medewerkers die veelal op de achtergrond werkzaam zijn. Ook zij verdienen onze waardering. Dankzij al deze inspanningen is de UBA wat ze vandaag is.
De activiteitenagenda op de UBA-website bewijst dat er heel wat te doen is in onze vereniging. Niet minder dan 115 activiteiten werden aangekondigd, waaronder 27 basiscursussen, 3 HAREC-cursussen, 41 voordrachten en 44 andere activiteiten waarvan het merendeel hambeurzen. We hebben het dan nog niet over de talrijke opendeurdagen en de deelnames aan publieke manifestaties. Al deze activiteiten vormen het zichtbare gedeelte van onze organisatie. Daarnaast heb je ook een minder opvallend, maar even belangrijk gedeelte. Hier wil ik het hebben over de tientallen werkvergaderingen die in de schoot van onze vereniging hebben plaatsgevonden. Het doel van dergelijke bijeenkomsten kan heel uiteenlopend zijn. In het ene geval gaat het over informatiedoorstroming, in het andere geval wenst men bepaalde afspraken te maken, enz. Afspraken, overleg en informatiedoorstroming hebben tot doel de organisatie nog beter te doen functioneren. Ze zijn dus geen overbodige luxe binnen onze UBA.
Toen ik enkele weken geleden wat opzoekingswerk deed in oude CQ-QSO’s uit de jaren '80, kwam ik toevallig terecht bij de voorstelling van kandidaat-bestuurders. Niet minder dan zes OM hadden toen hun kandidatuur ingediend voor slechts drie mandaten. Voor mij is dit opmerkelijk omdat de trend de laatste jaren zodanig is geëvolueerd dat niemand nog spontaan zijn kandidatuur voor bestuurder stelt. Wat is er dan zo verschillend met vroeger? Voelt men zich nog betrokken bij onze vereniging? Of moet er een crisissituatie zijn opdat iedereen in actie zou komen? Ik hoop van harte dat ik voor de volgende verkiezingen niet meer op bedeltocht moet gaan om alle plaatsen binnen ons bestuur in stand te houden. Hou dus het novembernummer van CQ-QSO goed in de gaten.
Net zoals de twee vorige jaren, worden dit jaar onze trouwe vrijwilligers in de bloemetjes gezet met de uitreiking van de zilveren en de gouden speld. Het is de bedoeling dat dit stilaan een traditie wordt om onze trouwe collega’s kaderleden van de UBA te bedanken voor de 15 of 25 jaren trouwe en vooral belangeloze inzet.
Sinds vorig jaar heeft ook de regionale politiek een invloed op onze hobby. We hebben het inderdaad over de stralingsnormen die sinds de uitspraak van het Grondwettelijk Hof op 15 januari 2009, onder de bevoegdheid vallen van de Gewesten. Tijdens mijn toespraak op ons vorig congres te Oostende, ben ik hierop uitvoerig ingegaan. Toen had het Brussels Gewest zijn normen reeds vastgelegd in een ordonnantie van 1 maart 2009 en wisten we dat de radioamateurs van deze normering waren vrijgesteld. Wat later was het de beurt aan het Waals Gewest dat op 1 april 2009 nieuwe stralingsnormen in een decreet kenbaar maakte. Ook hier waren de radioamateurs vrijgesteld. Tot dan hadden we nog geen weet van de Vlaamse stralingsnormen. Eind mei konden we deelnemen aan een overlegvergadering bij de Vlaamse administratie. Tijdens de eerste gesprekken met de Vlaamse administratie werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om de radioamateurs voor te stellen. Vermits de radioamateurs vrijgesteld waren in de andere gewesten, vroegen we naar een gelijkaardige regeling. Al gauw werd duidelijk dat hier niet zou worden op ingegaan. Dat de impact van een radioamateurstation in de tijd eerder beperkt is, werd wel aanvaard. Dat de radioamateurs regelmatig hun antenne-opstelling kunnen wijzigen, werd eveneens aanvaard. Dit laatste leidde tot het begrip "maximum antennedossier".
Na dit eerste overleg bleef het een hele tijd stil. Tot we in november 2009 werden gevraagd voor een tweede overlegvergadering. Ook hier was het duidelijk dat een volledige vrijstelling niet zou aanvaard worden. Toen was ook al duidelijk dat de kosten voor het behandelen van de dossiers zouden worden doorgerekend aan de indiener van het dossier. Er werd door onze vertegenwoordigers hard aangedrongen om de kosten tot nul te herleiden. Als het van de administratie afhangt, wordt de retributie gehandhaafd. We spreken hier over een bedrag van 150 euro, geïndexeerd, wat voor dit jaar neerkomt op ongeveer 166 euro. Begin januari is het dossier verhuisd naar het kabinet van mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur. Het is nu aan de politiek om verder te beslissen. Nadat het voorstel tot uitvoeringsbesluit in eerste lezing door de voltallige regering was goedgekeurd, kregen we voor de eerste keer de tekst van het besluit te zien. We zijn nu al zeker dat we vrijgesteld zijn van de norm "per antenne / per operator" van 3 V/m bij 900 MHz. Enkel de GSM-operatoren moeten aan deze norm voldoen, alle andere doelgroepen zijn vrijgesteld. Alle doelgroepen zijn evenwel onderworpen aan de cumulatieve norm van 20,6 V/m bij 900 MHz. Dus ook de radioamateurs. Dit wil zeggen de norm voor de radioamateurs exact dezelfde blijft als deze waaraan ze onderworpen waren tot voor kort in het “federale” tijdperk. Dat heeft eveneens als gevolg dat de circa 1250 vroeger goedgekeurde dossiers van radioamateurs zonder meer worden overgenomen. Hiermee is het grootste gevaar afgewend, want een norm van 3V/m bij 900 MHz zou voor heel wat radioamateurs een echt probleem zijn.
Wat staat er nu nog te gebeuren? Het voorstel van uitvoeringsbesluit wordt besproken in de Mina-raad en zal na behandeling worden nagekeken door de Raad van State. Uiteindelijk wordt het besluit door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Hoewel de kans op een vrijstelling bijzonder klein is, is er besloten te blijven ijveren om die vrijstelling te bekomen. Indien de Vlaamse radioamateurs een dossierplicht wordt opgelegd, ijveren we eveneens om de retributie tot nul te herleiden. Het spreekt voor zich dat we deze doelstellingen bij de verschillende raden en mandatarissen proberen te bepleiten. Het werk is dus nog niet af. Ik breng u in herinnering dat begin 2009 een werkgroep werd samengesteld die zich buigt over de te volgen strategie, zowel in Wallonië, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, als in Vlaanderen. Mag ik van deze gelegenheid gebruik maken om iedereen te bedanken?
In de marge van de stralingsproblematiek kwamen nog andere dossiers aan bod. In Wallonië heeft een besluit van de Minister bevoegd voor stedenbouw gezorgd voor een gevaarlijk precedent. Het dossier zit heden bij de Raad van State, omdat we het weigeringsbesluit van de Minister willen aanvechten. Ik wil in het bijzonder Pierre ON6GB bedanken voor alle inspanningen die hij heeft gedaan om onze belangen op ministerieel niveau te verdedigen. Bedankt Pierre!
In Vlaanderen en Brussel worden we geconfronteerd met de problematiek rond de taxatie van pylonen. Tijdens gesprekken met lokale mandatarissen werd snel duidelijk dat men de eigen burgers niet wil lastig vallen. De teksten wijzigen van de gemeentelijke verordening is niet aan de orde. Voorlopig heeft onze B-EARS verantwoordelijke, Jacques ON4AVJ, ervoor gepleit om de radioamateurs te integreren in het gemeentelijk rampenplan. Of dit zal lukken is nog even afwachten.
Wie een antenne-installatie met bijhorende pyloon wil plaatsen, wordt al gauw geconfronteerd met de strenge reglementering rond stedenbouw. We krijgen regelmatig de vraag van leden om in dergelijke dossiers advies te geven. Vermits "stedenbouw" ook een regionale materie is, zijn de reglementen verschillend in de drie gewesten. Om de UBA-leden, woonachtig in Vlaanderen, ter hulp te zijn, heeft Steven ON3SLB, advocaat aan de balie van Gent, een prachtig vademecum samengesteld, dat een gestructureerd overzicht geeft van de verschillende procedures die van kracht zijn. Deze juridische leidraad telt 125 bladzijden en wordt eerstdaags via ons servicebureau ter beschikking gesteld van onze UBA-leden. Ook Olivier ON4EI doet een gelijkaardige studie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bedankt Steven en Olivier voor dit nuttige werk.
De onderhandelingen rond de hiervoor vermelde dossiers hebben ons in contact gebracht met diverse administraties en politieke mandatarissen. Het is duidelijk dat de radioamateurs nauwelijks of helemaal niet gekend zijn in deze milieus. Tijdens de gesprekken werd er in eerste instantie voor gezorgd om onze hobby beter kenbaar te maken. En dat is duidelijk geen overbodige luxe! Onlangs verklaarde een gewestelijk minister dat de radioamateurs zich bezig houden met een verouderde manier van communiceren en dat ze verdrongen worden door de GSM-communicatie en het gebruik van programma’s zoals Skype! Dit laatste maakte deel uit van een parlementaire vraag aan de heer Emir Kir, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 21 april jl. Je zou van minder schrikken. We kunnen hier twee lessen uit trekken: de man weet duidelijk niet wat radioamateurs zijn en hij denkt dat GSM en Skype een substituut zijn voor onze activiteiten als radioamateur. Hoogste tijd dus om aan promotie te doen. Op Europees niveau wordt door de IARU-werkgroep EUROCOM aan promotie gedaan. In het kader van de promotie kunnen we de tentoonstelling die de IARU Region 1 organiseerde in het Europees parlement enkele dagen geleden, een echt succes noemen. Daar was het de bedoeling om de radioamateurs beter kenbaar te maken bij onze Europese parlementariërs. Dit gebeurde deze keer onder leiding van Thilo Kootz DL9KCE. Ook Gaston ON4WF was van de partij, met een live ARISS-verbinding tussen leerlingen van de Europese school en het ISS, en daar bovenop het bezoek van drie ruimtevaarders waaronder Frank De Winne ON1DWN. Proficiat Gaston.
In het kader van "promotie" wil ik nog het volgende kwijt: heb je niet gemerkt dat de lijst van Silent Keys dit jaar zeer lang is geworden? Deze vraag zal waarschijnlijk eigenaardig overkomen, maar rekening houdend met de wetenschap dat niets blijvend is in deze wereld, moeten we dringend werk maken van de verjonging van onze gelederen. Dit jaar zijn er dubbel zoveel Silent Keys als vorig jaar. Ik kan alleen maar hopen dat deze trend zich niet verderzet. De toekomst zal het uitwijzen. Feit is dat iedereen van ons een grote verantwoordelijkheid draagt in het voortbestaan van onze hobby. Kijk alsjeblieft niet naar de UBA als organisatie. De UBA kan alleen de promotiemiddelen ter beschikking stellen. Het zijn wij die elk voor onze eigen omgeving de ambassadeurs moeten zijn van onze prachtige hobby. Praat erover met familie en vrienden. Zorg ervoor dat iedereen weet waarmee je bezig bent. Wie weet lig je onverwacht aan de basis van een nieuwe ON.
Tot slot wil ik graag eindigen met de vermelding van de publicatie van het nieuwe Koninklijke Besluit van 18 december 2009. Dit had voor gevolg dat de rechten voor het houden van een radioamateurstation goedkoper werden voor een groot deel van de radioamateurs. De publicatie van dit KB had verder geen gevolg voor ons. Of toch! Door de publicatie van dit KB kan nu eindelijk werk gemaakt worden van een nieuw KB voor de radioamateurs. Hier verwachten we heel wat nieuwigheden. In een publicatie op de UBA-website heeft John ON4UN reeds een tipje van de sluier opgelicht. Nu is het hopen dat het KB er snel zal komen, wat ons althans door het BIPT is beloofd.
Sta me toe iedereen te bedanken. In eerste instantie jullie allemaal om hier aanwezig te zijn. Ik wil ook alle UBA-kaderleden bedanken die hebben bijgedragen tot de goede werking van onze vereniging. Nog een allerlaatste woord van dank gaat naar onze partners en onze familie die ons steunen in het beleven van onze prachtige hobby! Ik wens u allen nog een aangenaam UBA-congres toe.
Leve de UBA!