Vanaf 1 december 2010 is het besluit van de Vlaamse Regering van kracht dat vrijstelling van stedenbouwkundige vergunning verleent in een aantal gevallen. De bepalingen van het besluit die een zendamateur kunnen aanbelangen zijn hieronder weergegeven.

In het kort komt het erop neer dat indien geen andere stedenbouwkundige bepalingen zich ertegen verzetten (bvb. verkavelingsvoorwaarden) een aantal antennewerken mogelijk zijn zonder dat er een bouwvergunning: moet worden aangevraagd. Een aantal vrijstellingen golden ook al onder het vroegere besluit, maar de aanpassingen van het nieuwe besluit zijn toch in enige mate een verruiming.

De belangrijkste wijziging is dat er vrijstelling geldt voor het aanbrengen van antennes aan de buitenkant van bestaande gebouwen in de kleur van de gevel of in een neutrale onopvallende kleur. Voorheen waren enkel paneel antennes of de plaatsing van communicatieapparatuur waarvan geen enkele afmeting meer dan 1 meter bedraagt vrijgesteld als ze tegen de gevel werden aangebracht. Nu spreekt het nieuwe besluit “van de buitenkant van bestaande gebouwen”. Terwijl het vroegere besluit enkel sprak van “tegen de gevels, schouwen of schoorstenen”. Het dak lijkt mij ook de buitenkant te zijn van een gebouw. Merk op dat er ook geen hoogtelimiet wordt opgelegd.

Verder blijft de vroegere vrijstelling behouden die toelaat om aan een bestaande VERGUNDE mast of pyloon antennes aan te brengen voor zover de hoogte niet toeneemt.

Voor schotelantennes tot een diameter van 80 cm is het nu ook toegelaten deze op hellende daken te plaatsen achter de dakrand, zonder vergunning. Merk op dat dit ook het hellend dakvlak aan de voorgevel kan betreffen.

Verder kunnen allerhande technische installaties op platte daken worden aangebracht zonder vergunning, voor zover ze niet hoger zijn dan drie meter en de hoogte van de installatie op elk punt kleiner is dan de afstand tot de dakrand. Allerhande technische installaties kunnen naar mijn mening ook antennes en mastjes zijn op een plat dak tot een hoogte van drie meter, en voor zover de vrije afstand tot de dakrand ook minstens drie meter bedraagt.

Dat men er zijn voordeel mee doet.

Art. 1.2. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, onverminderd andere regelgeving, inzonderheid de regelgeving inzake beschermde monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, landschappen en archeologische sites, waarvoor een apart systeem van toelatingen geldt.

Art. 1.3. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van stedenbouwkundige vergunningen.

Art. 1.4. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, algemene plannen van aanleg, bijzondere plannen van aanleg of verkavelingsvergunningen die niet opgenomen zijn in de gemeentelijke lijst, opgemaakt in toepassing van artikel 4.4.1, §3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Hoofdstuk 12. Telecommunicatie
Art. 12.1 Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de volgende handelingen met betrekking tot zend- en ontvangstinstallaties voor telecommunicatie:
1° de plaatsing van de volledige installatie,binnen in bestaande gebouwen of constructies, .In voorkomend geval wordt de zend- en ontvangstinstallatie geplaatst achter materialen die er hetzelfde uitzien als de bestaande materialen, maar die radiogolven doorlaten;
2° de plaatsing van een antenne aan de buitenkant van bestaande gebouwen, in de kleur van de gevel, of in een neutrale, onopvallende kleur, op voorwaarde dat de bijbehorende technische installatie wordt aangebracht in het gebouw, ondergronds of op een plat dak overeenkomstig artikel 12.3.;
3 de plaatsing van een installatie op een bestaand gebouw gelegen in een industriegebied in de ruime zin. De totale hoogte van de dragende structuur bedraagt maximaal 5 meter boven het gebouw. De bijbehorende technische installatie wordt ondergebracht in het gebouw, ondergronds of op het dak;
4° de plaatsing van een installatie op een bestaande vergunde pyloon of mast op voorwaarde dat de hoogte niet toeneemt en de bijbehorende technische installatie ondergronds geplaatst wordt of onmiddellijk aansluit bij de pyloon of mast;
5° de plaatsing van een installatie aan een bestaande vergunde hoogspanningspyloon, op voorwaarde dat de hoogte met maximaal vijf meter toeneemt en de bijbehorende technische installatie ondergronds geplaatst wordt of onmiddellijk aansluit bij de pyloon;
6° de plaatsing van installaties op bestaande verlichtingspalen, met inbegrip van de vervanging ervan, op openbaar domein, op voorwaarde dat de installatie niet meer dan vijf meter boven de verlichtingsarmatuur of boven de bestaande infrastructuur uitsteekt;
7° de plaatsing van installaties en constructies ter verzekering van de stabiliteit en veiligheid bij bestaande installaties.

Art. 12.2. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de plaatsing van de volgende schotelantennes:
1° een schotelantenne met een maximale diameter van 80 centimeter, geplaatst op hellende daken achter de dakrand of tegen de achtergevel van gebouwen, in de kleur van de gevel of in een neutrale, onopvallende kleur;
2° een schotelantenne met een maximale diameter van 120 centimeter, geplaatst op een plat dak, op voorwaarde dat de hoogte beperkt blijft tot 150 centimeter;
3° een schotelantenne met een maximale diameter van 120 centimeter, in de achtertuin, op voorwaarde dat de hoogte beperkt blijft tot 150 centimeter.

Art. 12.3. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de plaatsing op platte daken van allerlei technische installaties, die geen gebouwen of delen van gebouwen zijn, met een maximale hoogte van drie meter, op voorwaarde dat de hoogte van de technische installatie op elk punt kleiner is dan de afstand tot de dakrand.

La recommandation ECC (05)06 est l'équivalent de la fameuse recommandation ECC T/R 61-01 pour les titulaires d'une licence CEPT Novice. Via cette recommandation, les concernés ont la possibilité d'émettre depuis un certain nombre de pays grâce à la licence d'émission accordée dans leur propre pays.
En Belgique, cete licence CEPT Novice s'applique aux titulaires d'un indicatif ON2 ou à ceux ayant reçu un indicatif ON3 au préalable du 15 septembre 2005 (reconnaissable au sigle CEPT sur la licence).

Jusqu'à aujourd'hui, 16 pays CEPT et 1 non CEPT reconnaissent la recommandation ECC (05)06. Dans ces 17 pays, les titulaires d'un licence belge Novice CEPT Novice peuvent émettre et tout aussi introduire sans préalable une demande de licence (pour une période limitée ne pouvant excéder 3 mois).

Les conditions et tout aussi l'accès aux bandes autorisées, les modes et puissances d'émission diffèrent beaucoup d'un pays à un autre.

Ce document est le fruit de nombreuses recherches et de maintes questions réponses pour que ce document soit mis sur pieds. Il nous manque encore certaines informations de certains pays (entre autre de la Croatie). De plus en plus de pays reconnaissent la recommandation ECC (05)06. Ce document sera dès lors régulièrement mis à jour et il vous est conseillé de télécharger sa version la plus récente au préalable de vous rendre dans un de ces pays.
Les informations et/ou correctifs sont naturellement toujours les bienvenus (de préférence avec mention d'une source judicieuse) et sont à envoyer à on7yd [at] uba [dot] be.

Dans le monde entier il est reconnu que certains téléviseurs Plasma d'un type bien précis de la marque Panasonic créent un haut niveau de perturbations sur les bandes HF supérieures ! Allez jeter un œil sur Internet. En Allemagne et aux Pays-Bas, les autorités (les collègues du service NCS de l'IBPT) sont déjà intervenues à cette occasion et dans certains cas, cela a été jusqu'au remplacement des appareils plasma incriminés par un autre type d'appareil n'émettant plus de parasites.


Ce problème a déjà été soulevé par l'UBA et rapporté à l'IBPT et cette dernière est prête à prendre toute initiative en faveur des radioamateurs qui seraient entravés dans leur hobby par ces signaux parasites et résoudre de la sorte ce problème bien connu.

Etes-vous victime ou votre propre entourage par ce genre de téléviseurs Plasma (ces perturbations pouvant être même constatées à plusieurs centaines de mètres ...) ? Si tel est le cas, faites nous parvenir tous les renseignements nécessaires. L'IBPT est d'accord de nous aider mais un nombre minimal de cas avérés est cependant nécessaire. Si dans toute la Belgique, il n'y aurait qu'un nombre de cas limité, il sera difficile de faire intervenir l'IBPT !

Envoyez toute information à John, ON4UN (on4un [at] uba [dot] be). Les renseignements dont l'IBPT a besoin sont : votre nom et adresse, votre indicatif, la distance qui sépare l'appareil perturbateur et votre/vos antenne(s), marque et type du téléviseur Plasma. ON4UN regroupera vos dossiers et les enverra à l'IBPT. Nous espérons que de la sorte, Panasonic et/ou les éventuels autres fabricants “pollueurs” de téléviseurs soient mis sous pression pour changer ces mauvais appareils, comme cela a été le cas en Allemagne et aux Pays-Bas (et très certainement dans d'autres pays mais là, nous n'avons pas d'informations ...).