UBAKoninklijke Unie van de Belgische Zendamateurs vzw

slideshow 1

Photo: Couloir

Score = Punten x Mults

Een beginnende contester staart zich dikwijls blind op het aantal QSO’s. De eindscore en het klassement worden echter bepaald door het totale aantal punten. Dit bekom je door het aantal QSO’s te vermenigvuldigen met het aantal punten per QSO en dan nog eens vermenigvuldigen met het aantal multipliers. Dit is uiteraard een deel aan de tactiek. Bij DX contesten krijg je meer punten per gemaakt QSO wanneer dit een intercontinentale verbinding is. We illustreren dit met een rekenvoorbeeld uit CQ WW, de Moeder aller DX contesten. De puntenverdeling voor CQ WW ligt als volgt (enkel gezien vanuit ON):
  • ON – ON = NUL punten (0!)
  • ON – EU = 1 punt per QSO
  • ON – DX (= non-EU) = 3 punten per QSO
Sympathiek dat je al eens aangeroepen wordt door een ON, al levert dat geen punten op. Maar je moet er wel minstens één werken voor de country multiplier en de zone. Al kan je zone 14 wel gemakkelijk werken.

Verder geldt bijna het zelfde voor die tonnen DL, SP, OK etc. Eén keer werken voor de multiplier en that’s it. Want ze zijn slechts 1 punt per QSO waard. Je moet je focussen op DX QSO’s want die zijn immers 3 punten waard! Dat wil zeggen dat ik aan een lage rate van 50 QSO’s per uur W / JA / VE elk uur 150 punten bij elkaar werk. Maar wie aan een superrate van 120 QSO’s per uur enkel Europeanen logt, zal zich wel amuseren maar zijn score is in datzelfde uur maar met 120 punten gestegen.

Abstractie van de multipliers uiteraard. Vandaar dat je je niet mag blind staren op “raw QSO numbers”. Een fout die ik in het begin al te dikwijls heb gemaakt. En een andere fout die ik nu soms nog maak is te weinig aandacht hebben voor multipliers. Het woord zegt het zelf: “vermenigvuldigers”. Wie veel multipliers werkt, ziet zijn score automatisch zwaar aangroeien.

Het eindtotaal is een combinatie van veel QSO’s, liefst met een zo hoog mogelijke puntenwaarde per QSO en zo veel mogelijk multipliers. Niet zo simpel want deze rekensom bepaalt wel van uur tot uur en van minuut tot minuut de strategie: runnen of S&P? Traag op 20m JA werken of veel Europeanen op 40m? Waarheen draai ik de beam? Vragen die een contester zich altijd weer stelt. Er is geen zaligmakend recept en elke contest is weer anders. Al helpt een flinke dosis ervaring en kennis van de contest en feeling voor propagatie. ’t Is zoals in het wielrennen. Men zegt dat de beste wielrenners de koers kunnen ‘lezen’ en aanvoelen wanneer het moment daar is om te ontsnappen of om gewoon te volgen. Het is net zo in contesten. De oplossing voor de eeuwige tweestrijd tussen runnen en S&P is SO2R, Single Operator – Two Radio. Dit wil zeggen dat je tijdens het CQ roepen op band A, multipliers zoekt op band B. Dit stelt bijkomende eisen aan de operator en zijn concentratie, en uiteraard aan het station. Er is extra hardware nodig om de audio tussen beide ontvangers te schakelen, je hebt filters nodig om ontvanger B niet op te blazen met zender A etc. Niet voor beginners dus…