UBAKoninklijke Unie van de Belgische Zendamateurs vzw

slideshow 1

Photo: Couloir

Kennisgeving voor zendantennes (update 25-04-2012)

In een recente aanpassing van de VLAREM II wetgeving, waaronder ook de normering van zendantennes valt, is voor vast opgestelde zendantennes geen conformiteitsattest vereist, op voorwaarde dat de zendtijd per vast opgestelde zendantenne beperkt is tot 175 uur per jaar.
Voor de vast opgestelde zendantennes die aan bovenstaande voorwaarden voldoen moet wel een kennisgeving ingediend worden via de website van de afdeling, bevoegd voor milieuhinder van elektromagnetische golven.


Het formulier is relatief eenvoudig opgesteld, en wordt vooraf gegaan door de nodige verklaringen, zodat het invullen ervan voor de meeste radioamateurs geen probleem zal vormen.
Het formulier moet voor elke zendantenne éénmaal ingevuld worden. Hierbij is het belangrijk om weten dat de wetgever multibandantennes beschouwd worden als een afzonderlijke zendantenne per band. Voor een 3 band Yagi moet je het formulier dus 3 maal invullen.
Je moet echter enkel bij de eerste zendantenne alle velden invullen. Vanaf de tweede zendantenne is het voldoende als je bij 'Adres gegevens' naam en voornaam of roepnaam, telefoonnummer en e-mail invult. De velden met technische gegevens moet je wel volledig invullen, de locatie gegevens enkel als die verschillen van de eerste zendantenne.

Hieronder wordt het in te vullen formulier even overlopen, daarna vind je een lijst met veelgestelde vragen (FAQ).

Formulier voor de kennisgeving van zendantennes die minder dan 175 uur per jaar uitzenden: een overzicht van de in te vullen velden

Soort kennisgeving

Hier moet je aangeven om welke soort kennisgeving het gaat:

  • Een nieuwe zendantenne,
  • Wijziging aan een bestaande zendantenne,
  • Verwijdering van een bestaande zendantenne,
  • Wijziging van de adresgegevens.

Adres gegevens
Deze spreken voor zich.
  • Ondernemingsnummer: moet je als radioamateur niet invullen.

Technische gegevens
Ook deze spreken grotendeels voor zich.
  • Referentie antenne: hier geeft je een unieke referentiecode voor elke zendantenne. Bij wijziging of verwijdering van de betrokken antenne moet je naar deze referentiecode verwijzen. Je gebruikt dus best een duidelijke referentiecode (vb. ON5XYZ_Yagi_14MHz).
  • Vermogen: Dit is het PEP zendvermogen aan de antenne, dus rekening houdend met de kabelverliezen.
  • Frequentie: omdat multibandantennes beschouwd worden als een afzonderlijke zendantenne per band moet je bij deze antennes het formulier voor elke band afzonderlijk invullen. Met frequentie bedoelt men natuurlijk frequentieband, niet letterlijk elke afzonderlijke frequentie (in welke stap zou dat moeten gebeuren: per Hz, per kHz, ...?)
  • Antennewinst: moet je in dBi invullen! Wie de gegevens van zijn of haar antenne niet bij de hand heeft kan onze ARH software gebruiken:
Na het opstarten ga je naar het blad “Antenna data” (klik 3 maal op “Next”):
Hier kan je uit een zeer uitgebreide database je antenne kiezen en de antennewinst noteren. Voor multibandantennes vind je winst per band.

Locatie antennes
  • CRAB code adres: dit is een code (Centraal Referentie Adressen Bestand) die gelinkt is aan je adres. Deze code kan je gemakkelijk achterhalen via:
Kies eerst je gemeente. Begin in het bovenste veld (naast “kies”) je gemeente in te typen tot in het veld eronder (naast “zoom”) de juiste gemeente verschijnt. Daarna klik je op “kies”.
Alternatief kan je naast “zoom” op klikken en je gemeente selecteren.
Daarna kies je op dezelfde wijze je straat en huisnummer.
Nu verschijnt de juiste CRAB code voor je adres:
  • X-coördinaat (Lambert 1972) en Y-coördinaat (Lambert 1972): indien de antenne vlak bij je woning staat kan je de X- en Y-coördinaten gebruiken die bij het opzoeken van je CRAB code krijgt:
Staat de antenne niet vlak bij je woning dan dien je deze coördinaten op te zoeken via de BIPT website:
Hier kan je de bij BIPT geregistreerde sites opzoeken, maar de kans is klein dat je als radioamateur in het BIPT register staat.
Daarom ga je best als volgt te werk:
• Selecteer rechts boven “kaart”.
• Ga met de muis op je gemeente staan (of een gemeente in je buurt) en zoom in door één of meer keren te dubbelklikken. Indien nodig kan je de kaart ook verslepen (de linkse muistoets ingedrukt houden en de muis bewegen).
• Doe dit tot je bij je huis duidelijk ziet op de kaart. Soms kan het duidelijker zijn als je omschakelt naar “satelliet” (rechts boven).
• Zet het muis”handje” op de plaats waar je antenne staat en lees links onderaan de coördinaten af:

Veel gestelde vragen (FAQ)

Het lijkt me allemaal nogal ingewikkeld, wat moet ik juist doen?
Ben je niet zeker of je het kennisgevingsformulier moet invullen, een conformiteitsattest moet aanvragen of misschien helemaal niets moet doen?
De beslissingboom (flowchart) gemaakt door Jacques, ON4AVJ, geeft een duidelijk overzicht van de verschillende mogelijkheden.

Vanaf wanneer is deze regeling van kracht?
Indien niet anders vermeld worden wetten en besluiten van kracht 10 dagen na de publicatie in het staatsblad. De wijziging van VLAREM II is op 21 maart 2012 in het staatsblad verschenen en wordt bijgevolg op 31 maart 2012 van kracht.
Voor bestaande zendantennes, waarvoor een conformiteitsattest nodig is, voorziet het besluit dat men voor deze antennes uiterlijk op 31-12-2015 het conformiteitsattest moet hebben.

Ik heb geen computer of geen internet?
Wie geen computer met internet heeft kan een papieren formulier voor de kennisgeving(en) aanvragen of de kennisgeving telefonisch doen. Dat kan via 02 553 11 31.

Hoe bepaalt men of de zendtijd minder of meer dan 175 uur per jaar is?
“Zendtijd“ dient letterlijk beschouwd te worden, het is de tijd dat je effectief uitzendt. Luisterperiodes (tijdens of buiten een QSO) reken je niet mee.

Ik heb een multibandantenne die ik gebruik op 80m, 40m, 30m en 20m?
Enkel zendantennes in het frequentiebereik 10MHz tot 10GHz vallen onder de huidige wetgeving. Je moet voor deze antenne dus enkel voor 30m en 20m het kennisgevingsformulier invullen (of een conformiteitsattest aanvragen).

Ik heb een bidirectionele antenne (bv. een dipool), welke richting geef ik als azimut?
Geef als azimut één van beide hoofdstraalrichtingen en vermeld bij type dat het een bidirectionele antenne is (bv. horizontale dipool - bidirectioneel).

Ik heb een binnenhuisantenne, mag ik de demping van daken en/of muren in rekening brengen bij het opgeven van het vermogen?
Om de gebruikte definitie van vermogen voor iedereen hetzelfde te houden mag je de demping in daken en/of muren niet in rekening brengen. Bij het type antenne mag je wel vermelden dat het om een binnenhuisantenne gaat (vb. ground plane antenne - binnenhuis).

Wat als de antennewinst (dBi) negatief is?
Bij kleine antennes (t.o.v. de golflengte) kunnen de verliezen in de antenne groter zijn dan de winst door bundeling waardoor de totale "winst" kleiner wordt dan 0dBi. Je mag in dat geval een negatieve waarde invullen voor de winst. LNE heeft het formulier op onze vraag in die zin aangepast.

Moet ik bij frequentie het begin, het einde of het midden van de betrokken amateurband invullen?
Best het begin van de amateurband, dit is zo gebruikelijk. Voor frequenties in het bereik 10-400MHz en 2-10GHz speelt het trouwens helemaal geen rol omdat de de norm in deze bereiken vast is (13,7V/m tussen 10-400MHz en 30,7V/m tussen 2-10GHz). Enkel in het bereik 400MHz-2GHz is de norm frequentieafhankelijk (EV/m = 0,686 • √fMHz). In dit bereik vallen enkel de 70cm en 23cm band en in beide gevallen is het verschil tussen het begin en einde van de band te verwaarlozen:
  • 70cm = 14,23V/m bij 430MHz en 14,39V/m bij 440MHz, een verschil van 0,05dB
  • 23cm = 24,16V/m bij 1240MHz en 24,73V/m bij 1300MHz, een verschil van 0,1dB.

Voor welke antennes moet ik het kennisgevingsformulier invullen?
Dit formulier moet je enkel invullen voor elke vast opgestelde zendantenne waarvan de zendtijd beperkt is tot 175 uur per jaar, behalve voor:
  • Zendantennes waarvoor men reeds een attest of ontvangstbevestiging ontvangen heeft van het BIPT, op basis van de oude (nationale) wetgeving.
  • Zendantennes die enkel gebruikt worden onder 10MHz of boven 10GHz.
  • Mobiele zendantennes.
  • Tijdelijke zendantennes (< 14 dagen).
  • Zendantennes waarbij het gemiddeld uitgestraald vermogen (over een periode van 6 minuten) minder is dan 20 Watt ERP en men voldoet aan de voorwaarden beschreven in artikel 6.10.2.2. §3:
Het gemiddeld uitgestraald vermogen hangt niet enkel af van het zendvermogen maar ook van de antenne, kabelverliezen, modulatiesoort en zend/ontvangst cyclus. Om na te gaan of je aan de gestelde voorwaarden voldoet kan je onze ARH software gebruiken.
Een voorbeeld: met 100W zendvermogen en een dipool antenne met 2dB kabelverliezen kom je tijdens een SSB QSO (50% zenden / 50% ontvangen) aan een gemiddelde ERP van slechts 6,3W, in CW kom je onder dezelfde omstandigheden aan een gemiddelde ERP van 15,8W.

Wat met de normen vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse Regering (19-11-2010)?
Voor alle vaste zendantennes die uitzenden tussen 10MHz en 10GHz blijven de normen vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse Regering van kracht. De nieuwe regeling voor zendantennes die minder dan 175 uur per jaar uitzenden verandert hier niets aan. Aangezien voor radioamateurs de normen dezelfde zijn als de “oude nationale” normen kan je onze ARH software gebruiken om na te gaan of de normen nageleefd worden. De veldsterktes op de kritische punten vind je op het blad “Critical Test Points”. Als hier geen waarden op een rode achtergrond verschijnen worden de normen niet overschreden:

Wat indien de zendtijd van een vast opgestelde zendantenne de 175 uur per jaar overschrijdt?
Dan dient men een conformiteitsattest aan te vragen, behalve voor:
  • Zendantennes waarvoor men reeds een attest of ontvangstbevestiging ontvangen heeft van het BIPT, op basis van de oude (nationale) wetgeving.
  • Zendantennes die enkel gebruikt worden onder 10MHz of boven 10GHz.
  • Mobiele zendantennes.
  • Tijdelijke zendantennes (< 14 dagen).
  • Zendantennes waarbij het gemiddeld uitgestraald vermogen (over een periode van 6 minuten) minder is dan 20 Watt ERP en men voldoet aan de voorwaarden beschreven in artikel 6.10.2.2. §3 (zie hoger).
Voor een zendantenne die aan één van bovenstaande voorwaarden voldoet moet men noch een conformiteitsattest aanvragen, noch het kennisgevingsformulier invullen.

Voor mijn huidige zendantennes heb ik een attest of ontvangstbewijs van BIPT en ik wil nu een zendantenne bijplaatsen?
De “status” van je huidige zendantennes verandert niet. Voor de bijkomende zendantenne moet je, afhankelijk van het aantal zenduren per jaar, het kennisgevingsformulier invullen of een conformiteitsattest aanvragen, behalve voor:
  • Zendantennes die enkel gebruikt worden onder 10MHz of boven 10GHz.
  • Mobiele zendantennes.
  • Tijdelijke zendantennes (< 14 dagen).
  • Zendantennes waarbij het gemiddeld uitgestraald vermogen (over een periode van 6 minuten) minder is dan 20 Watt ERP en men voldoet aan de voorwaarden beschreven in artikel 6.10.2.2. §3 (zie hoger).

Zit je na het lezen van bovenstaande nog met vragen?
Stel je vraag aan on7yd [at] uba [dot] be. De SAR werkgroep zoekt het antwoord. Indien het een vraag is die in deze FAQ thuis hoort, vullen we deze natuurlijk aan.