Het gebruik van /P /M /MM en /A
Over het gebruik van deze suffixen vinden we alles terug in het Koninklijk Besluit van de Radioamateurs (van 9.1.2000, gewijzigd op 1.9.2005). De betreffende artikels zijn:
Artikel 1:
- Mobiel amateurstation: een mobiel station opgesteld door een radioamateur ofwel in een voertuig, ofwel aan boord van een zeeschip of binnenschip, ofwel in andere mobiele objecten met uitzondering van luchtvaartuigen en elk ander door de lucht gedragen voorwerp;
- draagbaar amateurstation: een amateurstation met autonome al dan niet ingebouwde voeding, ongeacht of het wordt gebruikt terwijl het wordt meegedragen of terwijl het zich in een voertuig bevindt of elders opgesteld is;
Artikel 8: Aan de vereniging van radioamateurs worden slechts vergunningen voor één of meer vaste stations afgegeven. Artikel 18: Deze roepnaam wordt als volgt gebruikt:
3. ... in voorkomend geval wordt de roepnaam met de volgende suffixen aangevuld:
- /M voor een mobiel station; /MM voor een maritiem-mobiel station;
- /P voor een draagbaar station (alsook voor een gelegenheidsopstelling van het station, bijvoorbeeld voor een radioamateurwedstrijd);
- /A voor een station dat gebruikt wordt als vast station op een andere plaats dan aangeduid in de vergunning;
5. Indien een amateurstation gebruikt wordt door een andere radioamateur dan de vergunninghouder, dan zendt de gebruiker de roepnaam van de vergunninghouder uit, gevolgd door het woord "operator" en zijn eigen roepnaam;
6. Indien een station van een vereniging wordt gebruikt, wordt alleen de roepnaam van dit station uitgezonden;
6. Indien een station van een vereniging wordt gebruikt, wordt alleen de roepnaam van dit station uitgezonden;
Wat wil dit allemaal zeggen?
- Clubstations mogen niet uitkomen als /M, /MM of /A. Ze mogen alleen /P gebruiken bij een gelegenheidsopstelling op een plaats die anders is dan deze vermeld op de vergunning, bijvoorbeeld gedurende de velddag, op een beurs of dergelijke.
- Het is essentieel dat clubstations steeds gebruikt worden van op het adres van de club; het station dient zoveel mogelijk toegankelijk te zijn tot alle leden van de sectie. Een clubstation opstellen bij een van de leden om er gebruik te kunnen maken van een speciale call (die alleen aan clubstations wordt toegekend) is unfair en niet correct. Vermits alle aanvragen i.v.m. clubcalls dienen gedaan te worden via hiertoe aangestelde bestuurder van de UBA, zal een /A QTH voor een clubstation nooit worden gemeld aan het BIPT. Elk clubstation van de UBA die uitkomt als /A is dus illegaal.
- Wanneer clubstations worden gebruikt dient de gebruiker zijn call niet te vermelden. Dit is wel het geval als een privé-station bediend wordt door een andere radioamateur dan de houder van de vergunning van dat station.
- Een /P station is een station dat niet word gevoed door het net (een draagbaar of portabel station). Een uitzondering hierop is het gebruik van /P door een clubstation op bijvoorbeeld een beurs, tentoonstelling enz...
- Wanneer de houder van een privé-vergunning uitkomt van op een tweede verblijfplaats (station gevoed op het net) dient hij als /A uit te komen. Hij moet steeds BIPT inlichten wat de opstellingsplaats is vooraleer als /A uit te komen.
De logica achter dit alles is dat het BIPT te allen tijde wil weten waar een station is opgesteld om snel en efficiënt te kunnen tussenkomen moest dat station storingen veroorzaken aan vitale diensten. Voor /P is het niet nodig dat BIPT precies weet waar de opstelling is, omdat per definitie het gaat om een opstelling van korte duur (in het KB genoemd een “gelegenheidsopstelling”), en de kans om storingen te veroorzaken dus klein is. Dezelfde redenering geldt voor mobiele stations.