Simplex hotspots , die dezelfde ontvangst en zendfrequentie hebben, kunnen mekaar storen. Bijvoorbeeld omdat ze zich dicht bij mekaar bevinden of wanneer er goede propagatie is. Wanneer hotspot 1 data uitzend die het via de gateway aangevoerd krijgt, dan zal hotspot 2 dit ontvangen. Deze ontvangen data zal de hotspot op haar beurt weer via de gateway sturen. Zo ontstaat er een lus die het systeem in war brengt. Om dit probleem op te lossen kan je 2 dingen doen: ofwel kies je de frequenties zorgvuldig zoals dat met repeaeters bebeurt. Ofwel zorg je dat de DVAR software van de hotspot ingrijpt. Omdat de uitgezonden data-stream voorzien is van het callsign van de zender, kan je via de software bepalen of de ontvangen stream al dan niet via de gateway ‘mag’ doorgegeven naar het systeem. Door de callsigns van alle hotspots die op de zelfde frequentie op een ‘blacklist’ te zetten, zijn de gevlogen opgelost op sofware-niveau. Op RF-niveau (het zenden en ontvangen via de ether) blijven de storingen bestaan. Die kan je echter niet horen maar ze zijn er wel: zwakke signalen zullen niet ontvangen worden door de hotspot omdat die een andere hotspot ontvangt. Hier kan alleen maar beperking van het uitgezonden vermogen en een degelijke frequentie keuze op basis van de plaats een oplossing bieden. Meer over dit toch wel erg knap bedacht systeem hier en hier.