UBARoyal Belgian Amateur Radio Union

slideshow 1

Photo: Couloir

Actueel - Detail

Saffraanberg goes ARISS 10-07-2009
Titel: Saffraanberg goes ARISS

ESA-astronaut Frank De Winne is aangekomen in het International Space Station voor zijn zes maanden durende OasISS-mission. Samen met de Russische kosmonaut Roman Romanenko en de Canadese astronaut Robert Thrisk werd De Winne in de Soyuz TMA-15 met succes gelanceerd vanop Baikonur Cosmodrome te Kazachstan. Na een ruimtereis van twee dagen koppelden zij hun capsule feilloos aan het ISS. Hierdoor bestaat de bemanning van het ISS voor het eerst uit zes personen. De eerste drie maanden zal F. De Winne als Flight Engineer actief zijn, nadien wordt hij de eerste Europese boordcommandant van het ISS.
Logo ARISSOok nu weer zullen de radioamateurs een radiocontact met hem tot stand brengen. Een twintigtal leerlingen van Campus Saffraanberg zullen hem live vragen kunnen stellen. Deze vragen zullen in de week voorafgaande aan het contact op onze website gepubliceerd worden. De antwoorden van Frank De Winne zijn voor de radioamateurs te beluisteren via de downlink frequentie: 145.800 MHz. Het voorziene tijdstip van de verbinding is tussen 19:40 en 19:55. Let op: het hele gebeuren gaat slechts door onder voorwaarde dat de Shuttle mission STS127 zoals voorzien op 11 juli gelanceerd wordt.
Het radiocontact zal dan eveneens live te bekijken zijn via een video-streaming op de site www.hamtv.be van Wireless Antwerpen.
Voor lastminute informatie kan je steeds terecht op onze websites:
www.on4rst.org
www.bafara.be

Wil je meer weten over dit alles, kom dan gerust even langs...
Openingsuren hobbylokaal:
Blok 13 lokaal A –1.42
Iedere woensdag vanaf 20u00 tot 23u00
Iedereen is van harte welkom!

Bron:
BAFARA Flash

Saffraanberg goes ARISS 10-07-2009
Titel: Saffraanberg goes ARISS

Frank De Winne, astronaute de l’ESA, est arrivé dans l’International Space Station pour effectuer la mission OasISS de six mois. Le cosmonaute russe Roman Romanenko, l’astronaute canadien Robert Thrisk et Frank De Winne sont montés à bord du module Soyouz TMA-15, prêt à décoller sur le cosmodrome de Baïkonour (Kazakhstan). Après un voyage de deux jours dans l’espace, ils ont rejoint sans problème la capsule de l’ ISS. Pour la première fois, l’équipage de l’ISS compte six personnes. Durant les trois premiers mois, F. De Winne sera le Flight Engineer et, plus tard, il deviendra le premier commandant de bord européen de l’ISS.
Logo ARISSCette fois encore, les radioamateurs réaliseront un contact radio avec lui. Une vingtaine d’élèves du campus de Saffraanberg pourront ainsi lui poser des questions en direct. Celles-ci paraîtront la semaine précédente sur notre site web. Les réponses de Frank De Winne pourront être entendues sur le canal de réception 145.800 MHz. Le contact radio aura lieu entre 19:40h et 19:55h. Attention: cet evenement ne peut avoir lieu que si la navette spatialle Shuttle mission STS127 est lancée comme prévu le 11 juillet.
Grâce au relais sans fil d’Anvers, cet événement pourra également être regardé en direct via un streaming vidéo sur le site web www.hamtv.be.
Pour une information de dernière minute, vous pouvez toujours consulter les sites web suivants :

www.on4rst.org www.bafara.be

Pour en savoir plus, passez nous voir :
Heures d’ouverture du local A –1.42 bloc 13 chaque mercredi de 20h00 à 23h00
Tout le monde est cordialement invité !

Source :
BAFARA Flash

SUITSAT-2 DISCARDED - A SATELLITE INSTEAD 11-07-2009

Due to storage considerations on the International Space Station, the two surplus Orlan space suits in storage on the International Space Station were discarded via the Progress Cargo Vessel. One of these suits was to be used to house the electronics for the upcoming SuitSat-2 mission where the batteries were to be mounted inside the suit, solar panels attached to the extremities with the electronics, video cameras and antenna mounted on the helmet by the ISS crew prior to deployment during an EVA.

The Progress, with the suits included, was undocked from ISS this past week.

The ARISS International Team has been informed that there is still space available for shipment of the SuitSat-2 electronics on the projected cargo flight to the Space Station in January 2010 and the EVA scheduled for April 2010 still has a 'SuitSat-2' deployment scheduled.

Consequently, the AMSAT team developing SuitSat-2 electronics on behalf of ARISS International is focusing on completing development in anticipation that deployment will still take place in Spring 2010 using a new structure to house it. In addition, the experiment being developed by Russia's Kursk State University is still expected to be integrated into the electronics once the US produced equipment is delivered to Russia this fall. Discussions are currently taking place between Russian ARISS members and the AMSAT project managers concerning the design of the new structure and where it will be constructed with these decisions to be made in the next few weeks.

The AMSAT team building the electronics is meeting July 10-12 in Phoenix to initiate integration testing of all of the components built in the US with subsequent testing to continue through the remainder of the summer in anticipation of shipping equipment to Russia in the fall.

The removal of the Orlan space suits from ISS removes the 'Suit' component of this deployment and at some point a new project name will be used to reflect the change in configuration. However, the significant importance of this project to both ARISS and AMSAT is not diminished.

ARISS sees this mission as an important component of education out-reach as it will provide an opportunity for students around the world to listen for recorded greetings from space as well as learn about tracking spacecraft in orbit.

Meanwhile, the deployment of SDX (Software Defined Transponder), the associated receiver and transmitter modules, and control electronics is a critical milestone for AMSAT as this upcoming flight provides an opportunity to flight test the next generation of spacecraft hardware. Lessons learned from this deployment will be applied to future flight opportunities as AMSAT moves towards a 'modularization approach' to spacecraft development with the expectation the future spacecraft missions will utilize a derivative of SDX and the associated hardware.

73,

Gaston Bertels, ON4WF
ARISS Chairman
ON4BAF ARISS-verbinding wordt uitgesteld (updated 16-07-2009) 15-07-2009

Update op 16-07-2009


De definitieve datum en tijdstip voor de radioverbinding tussen ON4BAF (Campus Saffraanberg) en NA1SS (Frank De Winne aan boord van het ISS) is gekend:
 
Vrijdag 17 juli om 19:09u. (lokale tijd)

Het wordt een rechtstreekse verbinding tussen het ISS-station OR4ISS en ON4BAF te Saffraanberg (Sint-Truiden). De gesprekken zullen in het Nederlands en het Frans gevoerd worden. Het downlink signaal zal in Europa te ontvangen zijn op 145.800 MHz (FM) (info ON4WF - ARISS Bulletin).

Bericht van 15-07-2009

Logo shuttle fligh Endeavour STS-127Het geplande radiocontact met Frank De Winne voor deze avond (woensdag) gaat niet door. De lancering van de shuttle Endeavour (STS-127) eergisteren werd nog eens uitgesteld omwille van de weersomstandigheden rond het Kennedy Space Center lanceerplatform. Dit heeft voor gevolg dat de ARISS-verbinding met ON4BAF op de campus Saffraanberg (Sint-Truiden) wordt uitgesteld. Vandaag woensdag wordt een nieuwe poging ondernomen om de shuttle Endeavour te lanceren (22.03 UTC).
  • Lukt de lancering van de shuttle Endeavour dan zal het radiocontact met ON4BAF voor onbepaalde duur uitgesteld. De ISS-bemanning zal het deze week veel te druk hebben. Het tijdstip zal later worden medegedeeld.
  • Wordt de lancering van de shuttle Endeavour ook vandaag uitgesteld, dan zal de ARISS-verbinding plaatsvinden op 18 juli ek om 19:08 UTC.

Volgens de laatste berichten van de NASA wordt alles opnieuw in gereedheid gebracht voor de lancering. Je kan de lancering op de voet volgen op NASA TV. Op de live stream van Wireless Antwerpen wordt regelmatig geüpdatet informatie gegeven.

Crew Endeavour flight STS-127

Afbeeldingen: NASA
Le contact ARISS avec ON4BAF est reporté (Mise à jour du 16-07-2009) 15-07-2009

Mise à jour du 16-07-2009


La date et l'heure du rendez-vous radio d' ON4BAF (Campus Saffraanberg) et NA1SS (Frank De Winne aan boord van het ISS) est connue:
 
Vendredi 17 juilllet à 19:09h. (heure locale)
 
Ce sera un contact en direct avec la station OR4ISS (à bord de l'ISS) et ON4BAF à Saffraanberg (Sint-Truiden). Les conversations seront en Français et en Néerlandais. Les signaux downlink seront audibles en Europe sur 145.800 MHz (FM) (info ON4WF - Bulletin ARISS).

Message du 15-07-2009

Logo shuttle fligh Endeavour STS-127Le contact radio avec Frank De Winne de ce soir (mercredi) n'aura pas lieu. Le lancement de la navette Endeavour (STS-127) prévu avant hier a encore été reporté suite aux conditions atmosphériques défavorables autour de la plateforme de lancement au Kennedy Space Center. Ceci a pour conséquence que le contact radio ARISS avec ON4BAF au campus Saffraanberg (Sint-Truiden) est reporté. Aujourd'hui il y aura une nouvelle tentative de lancement pour la navette spatiale Endeavour (22.03 UTC).

  • Si le lancement de la navette spatiale Endeavour réussit, le contact radio avec ON4BAF est reporté pour une durée indéterminée. L'équipage de l'ISS sera trop occupé en cette fin de semaine. Une nouvelle date sera annoncée plus tard.
  • Si le lancement de la navette spatiale Endeavour n'a pas lieu aujourd'hui, le contact radio aura lieu ce samedi 18 juillet à 19:08 UTC.

Selon les dernières informations de la NASA, tout est à nouveau en préparation pour le lancement. Vous pouvez suivre le lancement de la navette spatiale à la minute sur NASA TV. Sur le live stream de Wireless Antwerpen, l'information est également mise à jour régulièrement.

Crew Endeavour flight STS-127

Images : NASA
Storingen in de 70 cm-band veroorzaakt door DGPS-uitzendingen uit Nederland 15-07-2009
1. Wat is DGPS?
DGPS (Differential Global Positioning System), is een aanvullend plaatsbepalingssysteem, waarmee de nauwkeurigheid van GPS verbeterd wordt. Een typische toepassing is bv. een navigatiesysteem toegepast op tractoren (in de landbouw), waarbij akkerbewerking sneller en nauwkeuriger kan gebeuren.

2. Op welke frequenties?
In de meeste Europese landen (o.a. in België, Duitsland, enz...) worden voor die toepassing frequenties gebruikt in de band 440 MHz tot 450 MHz. In Nederland daarentegen, is men enkele jaren geleden gestart met DGPS-uitzendingen in de band 430-440 MHz, band die een gedeeld gebruik kent, waarvan de primaire gebruikers van land tot land kunnen verschillen. In België en in Duitsland zijn de radioamateurs de primaire en dus ook de prioritaire gebruikers. In Nederland zijn de radioamateurs echter alleen in het gedeelte 430 MHz tot 436 MHz primaire gebruikers. In Nederland rekent het Agentschap Telecom (AT) onterecht DGPS tot de radiolocatiesystemen, wat het duidelijk niet is. BIPT en BnetzA (Duitsland) steunen beide deze visie.
In de ITU Radio Regulations (Article 1, Definitions of Radio Services) lezen we de definities van radionavigatie zowel als voor radiolocatie: “Radionavigation: Radiodetermination used for the purposes of navigation, including obstruction warning”, en “Radiolocation: Radiodetermination used for purposes other than those of radionavigation”. Wat ze doen met DGPS is dus meer dan duidelijk radionavigatie en geen radiolocatie.

3. Coördinatie
AT is in 2002 begonnen met DGPS te introduceren, zonder enige coördinatie te doen met de buurlanden Duitsland en België waar de radioamateursdienst primaire gebruiker is van 430 tot 440 MHz. Zeven jaar later, als de problemen er zijn (en, naar zeggen reeds enkele honderden DGPS stations zijn opgesteld in Nederland), heeft AT een coördinatiepoging opgestart met Duitsland en België, wat dus 7 jaar te laat is! Het is een voorgeschreven gewoonte dat landen die radiouitzendingen doen die reiken buiten hun territoriale grenzen dit alleen doen na coördinatie met de nabuurlanden waar hun uitzendingen storingen zouden kunnen veroorzaken.
De radioamateurs in België en Duitsland geven nochtans het goede voorbeeld en doen steeds een coördinatie als een onbemand station (bv. een repeater) wordt gepland die over de grenzen heen kan gehoord worden. Het gevolg van het niet coördineren van het gebruik van frequenties uit de 70cm band door DGPS-zenders in Nederland is, dat zowel in België als in Duitsland, er gevallen bekend zijn van storingen veroorzaakt door de Nederlandse DGPS-zenders. Een tweede gevolg is dat de coördinatie van automatische stations die in België worden gepland in de band die AT wil gebruiken voor DGPS, door AT wordt geboycot.

4. Het probleem in Nederland
Daar waar in de meeste omringende landen 440-450 MHz gebruikt wordt voor DGPS, was tot op heden deze band in Nederland toegewezen en gebruikt voor militaire toepassingen. Dit was dan blijkbaar ook de reden waarom in Nederland DGPS niet in de band 440-450 MHz is opgestart, maar wel in “onze” radioamateurband. Een dure beslissing, want de in de handel courant verkrijgbare apparatuur die werkt in de 440-470 MHz band dient speciaal omgebouwd om beneden 440 MHz te kunnen werken. Overigens rekent Nederland DGPS onterecht tot de radiolocatiesystemen.

5. De oplossing
Het was de radioamateurs echter bekend dat slecht één klein stuk (ca. 2 MHz van de 10 MHz) nog actief gebruikt werd door de militairen. Door tussenkomst van de radioamateurs, hebben in het recent verleden de Nederlandse militairen aan AT (Agentschap Telecom, het equivalent van bij ons het BIPT) gemeld dat 6 MHz tussen 440 en 450 MHz, namelijk 442 tot 448 MHz werd vrijgegeven en aldus voor DGPS kon worden gebruikt.

6. Probleem opgelost?
Dat zou elkeen die het dossier min of meer kent, denken, maar neen. Blijkbaar is een stap terugzetten voor sommigen een onoverkoombare hindernis. Het is uiteraard zo dat AT in Nederland het voor het zeggen heeft, en met DGPS in de 70 cm band de radioamateurbandplanning, die goed gecoördineerd is op Europees vlak, in de war kan sturen. Daar hebben in principe de Nederlandse radioamateurs geen verhaal tegen, en daar kunnen en willen wij, “buitenlanders” ons niet mee bemoeien. Als het gezond verstand het laat afweten is het gewoon de wet van de sterkste. En in Nederland is dat AT. De vertegenwoordigers van de VERON hebben herhaalde malen (voor het eerst in 2002) geprobeerd AT te motiveren om boven 440 MHz te gaan met DGPS, maar AT weigert gewoon erover zelfs maar te praten.

7. België en Duitsland
AT is er zich duidelijk van bewust dat de werking van DGPS in de band 430-440 MHz problemen veroorzaakt in Duitsland en in België waar de band primair is voor de radioamateurdienst. Daarom hebben ze een campagne opgezet om alsnog de Belgische en de Duitse autoriteiten (BIPT in België, BNetzA en BWM -Ministerie van Economische Zaken- in Duitsland) voor hun kar te spannen.
Met de Duitse autoriteiten is in de afgelopen maanden een vergadering geweest, waar AT geprobeerd heeft dat BNetzA signalen afkomstig van de Nederlandse DGPS zenders zou tolereren tot op 40 km landinwaarts, mits een bepaald niveau (dat ZEER hoog ligt in hun voorstel), niet zou worden overschreden.
AT heeft ook met BIPT een vergadering gepland, maar, zoals het hoort, heeft BIPT de radioamateurs hiervan ingelicht; het gaat immers over het opzijzetten van de rechten van de radioamateurs die primaire gebruiker zijn in België (zoals in Duitsland). Op onze vraag heeft BIPT de vergadering met AT uitgesteld tot begin juli (2009), om ons voldoende tijd te geven de violen af te stemmen met onze vrienden radioamateurs uit de betrokken landen alsook de officiële instanties in Duitsland en in België.

8. Overleg tussen de Radioamateurs in Nederland, België en Duitsland
Op 27 juni vergaderden de vertegenwoordigers van de UBA (ON4UN en ON6TI), DARC (Duitsland) en VERON (Nederland) samen met de voorzitter van IARU R1 om de violen gelijk te stemmen. Het volgende gezamelijk standpunt werd genotuleerd:
  • De vergadering heeft unaniem vastgesteld dat DGPS-signalen niet thuishoren in bovenvermeld frequentiespectrum (re. CEPT en ITU). Vermits de radioamateurs er primaire gebruikers zijn in België en in Duitsland eisen de radioamateurs in deze landen (vertegenwoordigd door de UBA en de DARC) volledige bescherming tegen onvermijdelijke storingen die veroorzaakt worden door de DGPS-uitzendingen zoals dit nu reeds gebeurt en waarbij een verdere uitbreiding, gepland binnen de radioamateurband 430-440 MHz in Nederland, tot ernstige problemen zal leiden.
  • De vergadering heeft eveneens vastgesteld dat de frequentieband 440-450 MHz, die in Nederland is toegewezen aan de militairen, deels door de militairen formeel is vrijgegeven met als doel deze te gebruiken voor de DGPS-toepassing, m.a.w. dat er geen enkele reden is om tegen de geldende richtlijnen (CEPT, ITU) DGPS-uitzendingen op frequenties lager dan 440 MHz te doen. De vergadering stelt vast dat het gebruik van 442-448 MHz voor DGPS in Nederland alle door AT veroorzaakte problemen zou oplossen en voor een volledige harmonisatie met de buurlanden zou zorgen.
  • De DARC en de UBA hebben zich geëngageerd om in deze zaak de onvoorwaardelijke steun van de nationale regelgever (in Duitsland en België) te bepleiten.
  • Er is eveneens afgesproken dat, indien AT geen maatregelen neemt om de DGPS-uitzendingen van op Nederlands grondgebied TOTAAL onhoorbaar te maken op Belgisch of Duits grondgebied, de DARC en de UBA bij hun voogdijoverheid zullen aandringen opdat deze bij AT een klacht zou neerleggen, en indien dit geen resultaat zou opleveren eveneens bij het CEPT en ITU, om deze aan deze toestand een einde te maken. In dergelijk geval zal ook de IARU op het niveau van CEPT en ITU deze zaak aanhangig maken.

9. Overleg tussen DARC en BNetzA + BWM (Ministerie van Economische Zaken)
Logo DARCOp 28 juni 2006 had dit overleg plaats te Friedrichshafen in het kader van HAM radio 2009. Het resultaat van deze vergadering kan als volgt worden samengevat:
     
  • De DARC heeft het standpunt dat gemeenschappelijk werd ingenomen door de radioamateurs in Duitsland, België en Nederland voorgesteld en BNetzA heeft haar volledige steun beloofd.
  • Meer in het bijzonder stelt BNetzA:
- dat DGPS signalen binnen de radioamateurband 430-440 MHz onder geen enkele voorwaarde hoorbaar mogen zijn binnen Duitsland (ook aan de grens). BnetzA heeft zich geëngageerd om over de huidige toestand, waarbij dit niet het geval is, een formele klacht in te dienen bij AT.
- dat ze AT zullen  negeren als deze coördinatieaanvragen voor onbemande stations in Duitsland zou weigeren of uitstellen op basis van het argument van storingen aan hun DGPS-toepassingen.
De BNetzA steunt dus volledig het gemeenschappelijk standpunt van de radioamateurs in deze zaak. Verder zal de DARC op 29/06/2009 een formele klacht indienen bij de BNetzA wegens storingen van de reeds bestaande DGPS-systemen in de 70cm band.

10. Informatie aan het BIPT
Zoals afgesproken tijdens de vergadering tussen DARC, VERON en UBA, heeft de UBA op 29 juni 2009 het BIPT ingelicht betreffende het gezamelijk standpunt van de 3 verenigingen, alsook verslag overgemaakt betreffende de vergadering tussen DARC en BNetzA / BWM.
De UBA heeft, naar voorbeeld van de overeenkomst tussen DARC en BnetzA / BWM, aan het BIPT gevraagd het standpunt van de radioamateurverenigingen bij te treden, wat het BIPT ook gedaan heeft.
Meer in het bijzonder houdt dit standpunt in dat:
  • De Belgische radioamateurs niet bereid zijn enig niveau betreffende waarneembaarheid van DGPS signalen op het Belgisch grondgebied te aanvaarden ook aan de grens zelf (d.w.z. nultolerantie).
  • De Belgische radioamateurs eisen dat AT onmiddellijk de dossiers i.v.m. coördinatieaanvragen voor Belgische onbemande stations van radioamateurs behandelt, en geen enkele beperking suggereert in het kader van het gebruik van DGPS in de amateurband 438-440 MHz en vraagt aan BIPT om hiertoe bij AT aan te dringen.
  • De UBA een formele klacht zal indienen bij BIPT betreffende de storingen die door het Nederlandse DGPS systeem worden veroorzaakt in de radioamateurband 430-440 MHz (is ondertussen gebeurd).
  • Als AT bereid is om alle nieuwe vergunningen voor DGPS boven de 440 MHz te plaatsen, en op termijn de bestaande stations te verhuizen boven de 440 MHz, dan is de UBA bereid om een zo beperkt mogelijke tijd (in geen geval langer dan 4 jaar) de bestaande DGPS toewijzingen te tolereren en in de mate van het mogelijke niet te storen, doch enkel voor de frequenties waarvoor nog geen toewijzingen of aanvragen in behandeling bestaan voor onbemande stations van radioamateurs in België.
Verder heeft de UBA aan het BIPT gevraagd bij AT klacht in te dienen betreffende de signalen van de Nederlandse DGPS-systemen die ver over de grens waarneembaar zijn.

11. Verdere evolutie
We wisten dat AT binnenkort besprekingen zou hebben met BNetzA en met BIPT (begin juli) betreffende dit dossier, besprekingen waar AT zal proberen bepaalde (zeer hoge niveaus) van DGPS-signalen te mogen produceren tot zeer ver binnen onze grenzen. Het BIPT heeft ons beloofd terzake geen enkele toegeving te doen.
Daar de radioamateurs de formele steun hebben bekomen vanwege BNetzA en BIPT, is het uitgesloten dat AT zijn slag zal thuishalen. We willen graag nog even wachten om te horen dat AT de weg van de eenvoudige oplossing en het gezond verstand kiest en DGPS onderbrengt boven 440 MHz, waar het thuishoort, zoniet zullen we het nodige doen om via IARU de zaak aanhangig te maken bij CEPT en bij de ITU.

12. Politieke druk
Logo VERONIn Nederland zijn er radioamateurs die, buiten de VERON om, de zaak hebben aangekaart bij de politieke instanties (2de Kamer). Heel recent heeft een medewerker van de 2de Kamerfractie geantwoord:”...Vandaag hebben we met het kabinet gedebatteerd over een hele waslijst aan telecom-onderwerpen en hebben we aandacht gevraagd voor de positie van radioamateurs. Wij vinden dat je goedwillende hobbyisten zo veel mogelijk moet ontzien. De regering reageerde niet afwijzend. Men legde uit dat DGPS 20% van de amateurband gebruikt, maar dat Agentschap Telecom druk aan het zoeken is naar een mogelijkheid door DGPS-frequenties te verplaatsen, waardoor de amateurband blijft waar die voor bedoeld is. We hopen u hiermee geholpen te hebben. Mochten er in de toekomst toch problemen blijven, laat u ons dit dan vooral weten...

13. Laatste informatie
In de eerste dagen van juli had AT opnieuw een gesprek met BIPT, waar hen de gemeenschappelijke houding van de Duitse en Belgische radioamateurs en van BNetzA en BIPT werd medegedeeld. Hierop heeft AT uiteindelijk gereageerd door te zeggen dat ze hun (7 jaar te late) coördinatiepoging zullen stopzetten, en op eigen houtje verder zullen gaan, wat door ons, radioamateurs als een soort verdoken oorlogsverklaring wordt ervaren.
De UBA richtte een schrijven aan BIPT met de vraag een klacht neer te leggen bij AT betreffende de storingen aan de radioamateurdienst op de 70cm-band in België. Het gaat in het bijzonder over storingen aan het packetaccess-station ON0ANR (op 439,950 MHz) door een DGPS-zender gelokaliseerd te Ossendrecht. De signalen worden in de omgeving van ON0ANR ontvangen met een sterkte van S9+40dB! Volgens de website van AT mogen “plaatsbepalingsstations” (wat DGPS-stations in feite niet zijn) tussen 439,8125 en 439,8875 uitzenden met 1 Watt ERP. Hoe dergelijke signaalsterktes worden bereikt met 1 W ERP lijkt ons trouwens een mysterie.
Elkeen die weet heeft van gevallen waar stations gestoord worden door uitzendingen van DGPS wordt gevraagd dit met opgave van alle details te melden aan info [at] UBA [dot] be.
Verder lijkt het ons best de nodige contacten voor te bereiden om via IARU bij CEPT en ITU deze onterechte annexatiepoging (daar zijn in de geschiedenis oorlogen om uitgevochten...) aan te klagen.

John, ON4UN, Stefan, ON6TI en Filip, ON4PC
Logo UBA-VERON-DARC
 
Perturbations dans la bande des 70 cm provoquées par le DGPS aux Pays-Bas 15-07-2009
1. Qu’est-ce que le DGPS ?
Le DGPS (Differential Global Positioning System), est un système de localisation complémentaire, qui permet d’améliorer la précision des systèmes GPS existants. Une application type est par exemple le système de navigation utilisé sur les tracteurs agricoles et qui permet de traiter les champs plus rapidement et avec beaucoup plus de précisions.

2. Sur quelles fréquences ?
Dans la plupart de pays Européens (entre-autre en Belgique, en Allemagne, etc.) ces systèmes sont utilisés dans la bande de fréquences allant du 440 MHz au 450 MHz. Aux Pays-Bas par contre, depuis quelques années déjà les émissions DGPS sont effectuées sur la bande 430-440 MHz. Cette bande est une bande partagée et l’utilisateur primaire peut être différent d’un pays à l’autre. En Belgique et en Allemagne, les radioamateurs sont les utilisateurs primaires de cette bande et par conséquent des utilisateurs prioritaires. Par contre aux Pays-Bas les radioamateurs ne sont des utilisateurs primaires que dans la section 430 à 436 MHz. l’Agence Télécom (AT) y considère injustement le DGPS comme un système de radiolocalisation, ce qui manifestement est faux. L’IBPT et le BnetzA (Allemagne) partagent le même avis.
Dans les règlements de l’ITU (ITU Radio Regulations - Article 1, Definitions of Radio Services) nous trouvons les définitions des termes « radionavigation » et « radiolocation »: « Radionavigation: Radiodetermination used for the purposes of navigation, including obstruction warning », et « Radiolocation: Radiodetermination used for purposes other than those of radionavigation ». Ce qu’ils font avec ces émissions est donc manifestement de la radionavigation et non pas de la radiolocalisation.

3. La coordination
En 2002, l’Agence Télécom (AT) a commencé par introduire le DGPS dans la bande 438 à 440 sans demander aucune coordination avec ses pays voisins soit, l’Allemagne et la Belgique où le service radioamateur est un service primaire dans ce segment de bande. Sept ans plus tard, quand des problèmes ont surgit (et, selon les rumeurs plusieurs centaines de stations DGPS seraient déjà en service aux Pays-Bas), l’AT entame une procédure de coordination avec l’Allemagne et la Belgique, ce qui résulte donc un retard de sept ans ! C’est habitude est prescrite pour tout pays dont le rayon d’action de certaines émissions dépasse la limite de ses frontières doit entamer une coordination avec les pays voisins concernés avant d’implémenter ses réseaux.
Les radioamateurs en Belgique et en Allemagne montrent le bon exemple et entament une procédure de coordination chaque fois qu’une station automatique (p. ex. un relais) est planifiée et peut être captée à l’étranger. Les conséquences d’un refus de coordination dans la bande des 70 cm avec ces émetteurs DGPS aux Pays-Bas, ont déjà provoqués des plaintes autant en Belgique, qu’en Allemagne où des réclamations concernant des perturbations ont été introduites. Une autre conséquence est le fait que les stations automatiques qui sont planifiées en Belgique dans la bande des 70 cm et ou l’AT a placé (ou planifié) du DGPS, sont boycottées par la même AT !

4. Le problème aux Pays-Bas
Les ou la pluparts des pays avoisinants utilisent le segment 440-450 MHz pour le DGPS, aux Pays-Bas, ce segment était utilisé pour des applications militaires. C’est apparemment la raison pour laquelle, les Pays-Bas n’ont pas placé le DGPS dans la bande 440-450 MHz, mais bien dans « nos » bandes radioamateurs. C’était une solution coûteuse, car les appareillages disponibles dans le commerce fonctionnent dans la bande 440-470 MHz et par conséquent doivent être modifiés pour pouvoir fonctionner en dessous de 440 MHz. En plus, les Pays-Bas considèrent à tort le DGPS comme étant un système de radiolocalisation.

5. La solution
Il est reconnu par les radioamateurs qu’un petit segment (environ 2 MHz des 10 MHz) était encore activement utilisé par les militaires. Très récemment, par l’intervention des radioamateurs, les instances militaires néerlandaises ont signalé à l’AT (Agentschap Telecom, l’équivalent de l’IBPT) que 6 MHz entre 440 et 450 MHz, soit du 442 au 448 MHz, étaient libres et de fait utilisables pour le DGPS.

6. Problème résolu ?
C’est ce quiconque qui connaît le dossier pourrait penser mais rien n’est moins vrai ! Faire un pas en arrière semble être un cap incontournable pour certains. C’est un fait que l’’AT est l’autorité en matière de télécommunications au Pays Bas et que, par conséquence, elle peut de par sa seule décision disposer de stations DGPS dans la bande des 70cm et perturber profondément le bandplanning (IARU) qui est très bien coordonné en Europe. En principe, les radioamateurs aux Pays-Bas n’ont pas de recours contre leurs décisions, et nous comme « étrangers », n’avons pas à nous mêler de leurs affaires. Le rapport de force fait qu’aux Pays-Bas, c’est tout simplement l’AT qui fait la loi. Les représentants du VERON ont à maintes reprises, tentés (depuis 2002) de motiver l’AT d’utiliser les fréquences supérieures à 440Mhz pour le DGPS, mais l’AT refuse carrément tout dialogue à cet égard.

7. La Belgique et l’Allemagne
L’AT est consciente que l’utilisation du DGPS dans la bande 430-440 MHz pose des problèmes dans les pays avoisinants – la Belgique et l’Allemagne – où cette bande est réservée au service radioamateur comme utilisateurs primaires. Pour cette raison, ils ont tenté de mette en œuvre une campagne pour sensibiliser et faire adhérer les autorités belges et allemandes (IBPT en Belgique, BNetzA et BWM – Ministère des affaires économiques en Allemagne) à leur manière de voir les choses.
Une réunion s’est tenue avec les autorités Allemandes le mois dernier durant laquelle, l’AT a tenté de faire accepter par le BNetzA des signaux générés par des émetteurs DGPS néerlandais jusqu’à 40kms au delà de leur frontière, moyennant la condition qu’un certain niveau (qui était TRES ELEVE dans leur proposition), ne fut pas dépassé.
L’AT a également arrangé une réunion avec l’IBPT mais comme il se doit, l’IBPT en a informé les radioamateurs, car les droits de ceux-ci (en temps qu’utilisateurs primaires, au même titre qu’en Allemagne) étaient mis en péril. Sur notre demande, l’IBPT a remis cette réunion à début juillet 2009, ceci afin de nous donner assez de temps pour coordonner les prises de position avec les collègues radioamateurs allemands et les diverses instances officielles.

8. Concertation entre radioamateurs des Pays-Bas, Belgique et Allemagne
Une réunion a eu lieu le 27 juin entre des représentants de l’UBA (ON4UN et ON6TI), du DARC (Allemagne) et du VERON (Pays-Bas) avec le président de l’IARU R1 afin d’accorder nos violons. La prise de position commune suivante fut définie :
  • L’assemblée a conclu de manière UNANIME que les signaux DGPS ne peuvent prendre place dans le segment en question (réf. CEPT et ITU). Vu que les radioamateurs sont des utilisateurs primaires en Belgique et en Allemagne, ceux-ci exigent des protections contre les interférences irrémédiables causées par les émissions DGPS telles que déjà constatées par l’expansion de ce service aux Pays-Bas.
  • L’assemblée a également constaté que la bande de fréquence 440-450 MHz, qui aux Pays Bas, est attribuée aux militaires, est libérée en partie par ceux-ci dans le but de permettre l’utilisation des applications DGPS, en d’autres mots, qu’il n’y a aucune raison pour (en contradiction avec les directives CEPT et ITU en vigueur) ne pas effectuer des transmissions DGPS sur des fréquences inférieures à 440 MHz. L’assemblée constate que l’utilisation du segment 442-448 MHz pour le DGPS aux Pays-Bas apporte une solution aux problèmes causés par l’AT et une entière harmonisation avec les pays avoisinants.
  • La DARC et l’UBA se sont engagés à soutenir de manière inconditionnelle (en Belgique et Allemagne) leur organisme régulateur respectif.
  • Il a également été convenu que, si l’AT ne prend aucune mesure pour assurer à ce que les émissions DGPS depuis les Pays-Bas, ne soient détectables sur le territoire Belge et/ou Allemand, l’UBA et le DARC solliciteront leur autorité de tutelle pour introduire une plainte auprès de l’AT, et si ceci n’apporterait pas de résultat, auprès de la CEPT et de l’ITU, afin de mettre une fin à cette situation. A ce moment, l’IARU interviendrait au niveau de la CEPT et de l’ITU pour attirer l’attention sur cette affaire.

9. Concertation entre le DARC et le BNetzA + BWM (Ministère des Affaires Economiques)
Logo DARCCette concertation s’est tenue le 28 juin 2009 à Friedrichshafen à l’occasion de l’HAM radio 2009. Le résultat de cette réunion peut être résumé de la manière suivante :
  • Le DARC a proposé le point de vue collectif pris par les radioamateurs en Allemagne, en Belgique et aux Pays-Bas auquel le BNetzA a promis son soutien complet.
  • Le BNetzAt propose plus précisément :
- Que les signaux DGPS ne puissent dans aucun cas être perceptibles dans la bande radioamateur 430-440 MHz en Allemagne (de même qu’aux frontières). Le BnetzA s’est engagé au sujet de la situation actuelle et si tel n’était pas le cas, à déposer une plainte formelle auprès de l’AT.
- Qu’ils vont ignorer l’AT si des questions de coordination concernant les stations automatiques en Allemagne seraient éclipsées ou tout simplement postposées sur base d’arguments tels que des perturbations de leurs systèmes DGPS.
Le BNetzA soutient donc dans tous les cas, la position commune des radioamateurs dans cette affaire. Par après, le DARC a introduit une plainte formelle le 29/06/2009 auprès du BNetzA. En cause, des perturbations avérées et émanant des systèmes DGPS dans la bande des 70cm.

10. Information à l’IBPT
Comme discuté durant la réunion entre le DARC, le VERON et l’UBA, cette dernière a apporté le 29 juin 2009 denier des précisions concernant le point de vue collectif des 3 associations et de même, a aussi rédigé un rapport au sujet de la réunion tenue entre le DARC et le BNetzA / BWM.
L’UBA a demandé à l’IBPT (comme dans l’accord entre le DARC et le BnetzA / BWM,) à ce qu’elle se range également à l’avis des associations radioamateurs ce que l’IBPT a fait.
Cette position consiste plus particulièrement en :
  • Les radioamateurs belges ne sont pas prêts à accepter de capter à quelque niveau que ce soit des signaux DGPS sur le territoire belge et même à ses frontières (c.à.d., tolérance zéro).
  • Les radioamateurs belges exigent que l’AT traite immédiatement les dossiers concernant les demandes de coordination de stations radioamateurs automatiques belges et de ne suggérer aucune exception dans le cadre de l’utilisation du DGPS dans la bande amateur 438-440 MHz et demande à l’IBPT d’insister auprès de l’AT.
  • L’UBA va introduire une plainte formelle auprès de l’IBPT concernant les perturbations provoquées par le système DGPS néerlandais dans la bande radioamateur 430-440 MHz (entre-temps c’est fait).
  • Si l’AT est prête à placer toute nouvelle licence DGPS au dessus des 440 MHz, et à ce qu’à terme, de déménager les stations existantes au dessus des 440 MHz, alors l’UBA serait prête à tolérer pour un temps limité (dans aucun cas, pas plus de 4 ans) le système DGPS actuel et pour autant que possible sans le perturber et ce, seulement concernant les fréquences sur lesquelles n’existent aucune demande ni attribution pour des stations automatiques radioamateurs en Belgique.
L’UBA a demandé également à l’IBPT d’introduire une plainte auprès de l’AT au sujet des signaux des systèmes DGPS néerlandais qui sont perçus bien au delà de la frontière.

11. Evolution prochaine
Nous savions que l’AT aurait des entretiens avec le BNetzA et avec l’IBPT (début juillet) concernant ce dossier, des entretiens où l’AT allait essayer de pouvoir engendrer certains (à très hauts niveaux) signaux DGPS bien au-delà de nos frontières. L’IBPT nous a promis de ne faire aucune concession à ce sujet.
Étant donné que les radioamateurs ont obtenu le soutien formel de la BNetzA et de l'IBPT, il est exclu que l'AT va rester muette. Nous allons encore attendre pour voir si l'AT trouve une solution simple, à savoir qu'elle fasse preuve de bon sens et qu'elle déplace le DGPS au dessus de 440 MHz, là où il doit être. Dans le cas contraire, nous allons devoir agir via l'IARU pour soulever la question auprès de la CEPT et de l'UIT.

12. Pression politique
Logo VERONAux Pays-Bas, il ya des radioamateurs qui, en dehors du VERON, ont soulevé la question auprès des autorités politiques (2ième Chambre). Très récemment, un des collaborateurs de la 2ième chambre a répondu ceci : "... Aujourd'hui, nous avons débattu toute une série de questions au sujet des télécommunications avec le Cabinet, et nous avons demandé de porter attention sur la situation des radioamateurs. Nous pensons que bien des hobbyistes de bon vouloir doivent être épargné autant que possible. Le gouvernement n'a pas réagi négativement. On a expliqué que le DGPS occupe 20% de la bande amateur, mais que l'Agence Telecom recherche activement à déplacer les fréquences DGPS de sorte que la bande radioamateur soit utilisée à ce qu'elle était destinée. Nous espérons avoir pu vous aider ainsi. Si, à l'avenir, il y avait encore des problèmes n'hésitez pas à nous le faire savoir ..."

13. Dernières informations
Dans les premiers jours du mois de juillet, l'AT a eu un nouvel entretien avec l'IBPT, où les positions communes des radioamateurs allemands et belges, ainsi que de la BNetzA et de l'IBPT ont été communiquées. L'AT a finalement réagit disant qu'ils allaient mettre fin à la « tentative » de coordination qui est venu 7ans trop tard et qu'ils continueraient apparemment sans se soucier des autres utilisateurs du spectre, ce qui pour nous, amateurs de radio, a été interprété comme une sorte de déclaration de guerre voilée.
L'UBA a envoyé une lettre à l'IBPT demandant de déposer plainte auprès de l'AT au sujet des perturbations créées au service radioamateur sur la bande 70 cm en Belgique. Il s'agit en particulier de perturbations sur l'accès Packet de la station ON0ANR (à 439,950 MHz) par une station DGPS située à Ossendrecht. Les signaux sont reçus par ON0ANR avec un signal de S9+40 dB ! Selon le site Internet de l’AT "les stations de localisations" (ce que les stations DGPS ne sont en fait pas) entre 439,8125 et 439,8875 transmettent avec une PAR de 1 Watt. Comment peut on recevoir des ces signaux avec telle en utilisant une puissance PAR de 1 W est un mystère pour nous.
Tous ceux qui auraient connaissance de stations perturbées par des émissions DGPS, sont priés d’en faire rapport en donnant tous les détails à info [at] uba [dot] be.
En outre, nous préparons les contacts nécessaires pour dénoncer la tentative d'annexion de ces fréquences (c'est ainsi qu'il y a eu des guerres dans l'histoire ...) via l'IARU auprès de la CEPT et de l'UIT.

John, ON4UN, Stefan, ON6TI en Filip, ON4PC


Logo UBA-VERON-DARC

Het Agentschap Telecom (NL) en "haar" waarheid 20-07-2009
Logo Agentschap Telecom / UBA, titel: Differential GPS (DGPS)

Onderstaande tekst is verschenen op de site van Agentschap Telecom (AT) op 16 juli 2009. Klik hier om de tekst op de website van AT te lezen.
De vele onwaarheden en onnauwkeurigheden noodzaken ons deze punt voor punt te belichten. In de hiernavolgende tekst is de originele tekst van AT in donkerblauwe schuine letters weergegeven.

Wijziging radiolocatie radiozendamateurs (16-7-2009)

Agentschap Telecom is voornemens om het onbemand frequentiegebruik lager in de, voor radiozendamateurs beschikbare, 430 – 440 MHz band onder te brengen. Sinds oktober 2008 heeft het agentschap in dit banddeel geen vergunningen meer uitgegeven voor onbemand frequentiegebruik. Voor radiozendamateurs betekent dit dat de digitale spraakrepeaters en packet stations elders in de band worden ondergebracht.
De bestemmingen van frequentiebanden worden wereldwijd vastgelegd in het Radio Reglement van de International Telecommunications Union. Voor de frequentieband 438 – 440 MHz kent het Radio Reglement twee diensten met primaire status, namelijk de Amateur- en Radiolocatiedienst. Beide diensten hebben in onze Regio internationaal gelijkwaardige rechten. Gebruikers van deze diensten dienen het gebruik in andere landen te respecteren.

Wat AT hier stelt is uiteraard alleen geldig voor de Nederlandse radioamateurs. AT maakt geen gewag van het feit dat de beroering die ontstaan is, in eerste instantie te wijten is aan het verstoren van radioverbindingen buiten de Nederlandse grenzen door de DGPS-zender in de nabijheid van de landsgrenzen. Alleen in het laatste zinnetje stelt AT dat “de gebruikers” het gebruik in het buitenland moeten respecteren, waarbij AT meent zich van haar verantwoordelijkheid te kunnen ontdoen. Men zou die laatste zin inderdaad kunnen interpreteren als zou de gebruiker in Nederland (de firma die de DGPS-zender in gebruik neemt) telkens vóór hij die in gebruik wil nemen, moeten nazien of die frequentie niet reeds in gebruik is door een dienst in een ander land (België). Dergelijke belachelijke benadering raakt uiteraard kant noch wal. De verantwoordelijkheid bij de storingen aan primaire diensten (de radioamateurdienst in België en in Duitsland) worden veroorzaakt door het AT, dat besloten heeft DGPS-uitzendingen toe te staan op frequenties die in andere landen exclusief zijn voorbehouden aan de radioamateurdienst. De problemen afschuiven op de finale gebruiker (de DGPS firma) is op zijn minst lafhartig te noemen.

Het Nationaal Frequentie Plan

In Nederland is op basis van de Telecommunicatiewet het Nationaal FrequentiePlan (NFP) vastgesteld. In het NFP worden voor Nederland de bestemmingen van de frequentiebanden vastgelegd. Dit gebeurt overeenkomstig internationale en nationale afspraken.

Er bestaan geen internationale afspraken tussen het AT en het BIPT over DGPS, wat AT hier blijkbaar wil suggereren.

Elke wijziging van het NFP wordt met de markt geconsulteerd en daarna vastgesteld door de Staatssecretaris van Economische Zaken. Het frequentieplan bevat een nadere uitwerking van de gebruiksbestemmingen en gebruikscategorieën van het voor radiocommunicatie beschikbare deel van het frequentiespectrum.

Waarom wordt hier niet vermeld dat er onlangs plaats beschikbaar gekomen is tussen 442 en 448 MHz waardoor de Nederlandse DGPS-zenders in het gebied kunnen geplaatst worden zoals dit het geval is in de buurlanden van Nederland (een markt met geharmoniseerde toestellen is toch goedkoper?). Het is duidelijk dat AT hier de lezer wil misleiden, en de indruk geven dat er geen “andere” oplossing is aan het door hen gecreëerde probleem.

Het is vergelijkbaar met een bestemmingsplan, maar dan voor frequenties. Op basis van het NFP geeft Agentschap Telecom frequentiegebruiksrechten uit door middel van een vergunning of door andere methoden van toewijzing.

Amateurdienst: secundaire status

Logo Agentschap TelecomIn Nederland is reeds in 1999 in het NFP bepaald dat de Amateurdienst in de band 438 – 440 MHz een secundaire status heeft en de Radiolocatiedienst een primaire status. Dit is gedaan vanwege het grote belang van de storingvrije werking van de Radiolocatiedienst, en de toepassing DGPS in het bijzonder. Zendamateurs moeten in de 438 – 440 MHz band rekening houden met de primaire gebruikers. In de praktijk betekent dit dat zendamateurs pas zelf een uitzending mogen starten wanneer zij er zeker van zijn dat er geen etherverkeer van de Radiolocatiedienst wordt waargenomen.

De laatste zin “in de praktijk...” is volledig onjuist. De juiste toedracht is dat “zendamateurs, die zich op Nederlands grondgebied bevinden”, pas zelf een uitzending mogen starten wanneer zij er zeker van zijn dat er geen etherverkeer van de Radiolocatiedienst wordt waargenomen. In al haar opmerkingen lijkt AT van “zendamateurs” te spreken alsof er alleen maar zendamateurs in Nederland zijn. Deze mentaliteit wijst er duidelijk op dat AT zich langs geen kanten bekommert om de storingen veroorzaakt door de DGPS-zenders over de grenzen heen. Het is duidelijk dat AT niets heeft op te leggen aan radioamateurs die zich niet op Nederlands grondgebied bevinden. Een onbemand station in België of Duitsland moet niet eerst luisteren of de frequentie vrij is. Zoals bekend is het gebied 438 tot 440 MHz toegewezen aan vergunde onbemande stations in België en Duitsland, zoals voorgeschreven in het IARU-bandplan.

Agentschap Telecom: coördinerende functie

Om storing te voorkomen dient bij frequentiegebruik met grensoverschrijdende radiosignalen coördinatie met het buitenland plaats te vinden.

Deze commentaar is volledig correct. Als AT dit weet, kunnen we ons alleen maar de vraag stellen waarom AT zeven jaar gewacht heeft om een poging tot coördinatie met de andere landen te starten. We kunnen ons ook afvragen waarom AT zelf die coördinatiepoging opschort van zodra ze merkt dat de buitenlandse administraties de door AT vroeger gemaakte fouten (geen coördinatie in 2002) niet willen “kwijtschelden”, en een oplossing aanvaarden op de kap van internationale radioamateurgemeenschap. Wat die gemeenschap vraagt is simpelweg het toepassen van de door het ITU vastgelegde gedragregels, die nu door AT zonder schroom met de voeten worden getreden.

Agentschap Telecom is uitvoerder van de coördinatie van het frequentiegebruik met de buurlanden. Het agentschap coördineert het frequentiegebruik volgens internationale afspraken die zijn vastgelegd in het Radio Reglement, en in aanvullende regionale of bilaterale overeenkomsten.

Een coördinatie wordt niet uitgevoerd. Een coördinatie-oefening wordt opgestart door het land dat nieuwe frequenties in dienst wil nemen voor zenders waarvan de draagwijdte de landsgrens overschrijdt. De coördinatie wordt uitgevoerd door verschillende landen samen, bv. door Nederland met België. Een dergelijke coördinatie-oefening is, bij het opzetten van het DGPS-systeem in Nederland in 2002, nooit gebeurd. Nu de potten gebroken zijn wil AT op de nek van België en Duitsland de potten lijmen, in plaats van een oplossing te gebruiken die er is (de DGPS-zenders binnen een afstand van bv. 40 km van de grenzen verhuizen boven 442 MHz, waar 6 MHz ter beschikking is gesteld door de militairen).
 
Dit geldt uiteraard ook voor de buurlanden die frequenties in gebruik willen nemen, waarbij radiosignalen storing zouden kunnen veroorzaken in Nederland.

Inderdaad, en België heeft zich dan ook altijd heel plichtsbewust van deze verplichting gekwijt, en voor alle onbemande stations die in werking zijn, internationale coördinatie uitgevoerd.
 
Binnenkort gaat Agentschap Telecom weer vergunningen uitgeven voor digitale spraakrepeaters. Het frequentiegebruik van de band 430 – 440 MHz door radiozendamateurs is zeer beperkt (weinig activiteit), waardoor deze verplaatsing in frequentie van genoemde digitale repeaters geen belemmeringen zal opleveren voor het uitvoeren van experimenten.

Dit is een zeer subjectieve vaststelling. Het is niet omdat men slechts zelden signalen kan waarnemen dat die frequenties niet gebruikt worden. Vooreerst werken radioamateurs vaak met zeer zwakke signalen, zelfs tot ver onder de ruisvloer. Bovendien zijn vele frequenties in het gebied 438 tot 440 MHz toegewezen aan onbemande stations, die uiteraard maar uitzenden als er noodzaak toe is. Of wil AT soms dat de onbemande stations ook 24 op 24 u in de lucht zitten zoals dit het geval is met de DGPS-zenders? Deze laatste zenden inderdaad continu zonder zich af te vragen of daar altijd noodzaak voor is (hoeveel percent van de tijd zouden deze signalen effectief gebruikt worden?).

In gans het betoog van AT wordt ook geen woord gerept over het onterecht beschouwen van DGPS-signalen als een radiolocatiesysteem. Het lijkt wel dat ze dit ten alle prijs willen verborgen houden (zie onze vorige bijdrage over dit onderwerp)...

Verder vragen we ons af waarom AT gewoonweg de internationale bandplanning, uitgewerkt op IARU-niveau, die het mogelijk maakt dat radioamateurs in de beste verstandhouding over de grenzen heen kunnen communiceren, gewoon aan haar laars lapt? Op zijn minst een heel uitdagende houding...

John -ON4UN- en Filip –ON4PC-
L'agence des télécom « Agentschap Telecom » (Pays-Bas) et "sa" vérité 20-07-2009
Logo Agentschap Telecom / UBA, titel: Differential GPS (DGPS)

L’article qui suit est paru sur le site web de « Agentschap Telecom (AT) » le 16 juillet 2009. Cliquez ici pour lire le texte original sur le site web de l'AT.
Ces informations mensongères et incomplètes nous obligent à vous donner des explications supplémentaires point par point. Dans le texte qui suit, vous trouverez le texte original de l’AT en bleu foncé et en italique.

Modification radiolocalisation radioamateurs (16-7-2009)

L'« Agentschap Telecom » a l’intention de placer des stations automatiques plus bas sur la bande 430 – 440 MHz qui est disponible pour les radioamateurs. Depuis octobre 2008 l’agence n’octroi plus de licences pour stations automatiques dans ce segment de bande. Pour les radioamateurs cela signifie que les relais digitaux phonie et les stations packet doivent être placés ailleurs sur la bande.
L’organisation des bandes de fréquences se tient au plan mondial de part le Règlement Radio (Radio Regulation) établit par l’Union Internationale des Télécommunications (ITU). Pour la bande de fréquences allant de 438 à 440 MHz, ce Règlement Radio reconnait deux services primaires, soit les services radioamateur et le service radiolocalisation. Ces deux services disposent des mêmes droits dans notre « Région ». Les utilisateurs de ces services doivent donc respecter cette utilisation dans les autres pays.

Il est clair que ce que l’AT prétend ici n’est valable que pour les radioamateurs aux Pays-Bas. L’AT semble faire sous-entendre que le fait qu’il y a eu de l’animosité à ce sujet, est en premier lieu du au fait que les liaisons radio étaient perturbées en dehors des frontières des Pays-Bas, ceci justement à cause des émetteurs DGPS situés aux frontières. Seulement dans sa dernière phrase, l’AT précise que les utilisateurs doivent respecter l’utilisation à l’étranger. Par cette phrase, l’AT semble vouloir se défaire de sa responsabilité à ce sujet. Nous pourrions interpréter la dernière phrase comme si c’était l’utilisateur (DGPS) aux Pays-Bas (la société qui utilise l’émetteur DGPS) qui chaque fois qu’il veut passer en émission, vérifie si la fréquence est occupée dans un autre pays (la Belgique). De tels propos sont tout à fait ridicules. La responsabilité pour les perturbations aux utilisateurs primaires (c. à d. du service radioamateur en Belgique et en Allemagne), est chez l’AT qui a décidé d’implanter les systèmes DGPS sur des fréquences qui dans les pays voisins sont réservées en premier lieu au service radioamateur. Repousser les problèmes sur le dos de l’utilisateur final (la société DGPS) est le moins que l’on puisse dire, un acte lâche.

Le plan national des fréquences

Le plan national des fréquences (Nationaal Frequentie Plan - NFP) a été conçu sur base de la loi de télécommunications. Dans ce NFP les attributions des bandes de fréquences sont fixés pour les Pays-Bas. Ceci se fait en tenant compte des accords internationaux et nationaux.

Il n’y a pas d’accords internationaux entre l’AT et l’IBPT sur le DGPS, chose que l’AT semble vouloir suggérer.

Chaque modification de l’ NFP ce fait en consultant le marché et est confirmé ensuite par le Ministère des Affaires Economiques. Le plan de fréquences contient une vue détaillé de l’usage et les catégories des usagers de la partie disponible du spectre pour les radiocommunications.

Pourquoi l'AT ne mentionne-t-elle pas ici que récemment de l’espace a été créé entre 442 et 448 MHz et que l’utilisation de ce segment aurait pour conséquence que les émetteurs DGPS pourraient être implantés dans ce segment, comme c’est le cas dans les pays avoisinants des Pays-Bas (un marché harmonisé est quand-même beaucoup moins cher ?). Il est clair que l’AT veut tromper le lecteur et donner l’impression qu’il n’y a pas d’ « autre » solution au problème qu’ils ont eux même créé.

Ceci est comparable au plan d’occupation des sols avec la seule différence qu’il s’agit de fréquences. Sur base de l’ NFP l’ « Agentschap Telecom » spécifie les droits d’utilisation des fréquences au moyen d’une licence ou d’autres moyens d’attributions.

Service Amateur : statut secondaire

Logo Agentschap TelecomAux Pays-Bas depuis 1999, le NFP (Plan National de Fréquences) a décrété que le service amateur a dans la bande 438 – 440 MHz un statut secondaire et que le service de radio localisation a lui, un statut primaire. Ceci afin que le service de radio localisation et plus particulièrement les applications liées au DGPS puissent fonctionner sans encombre ni aucune perturbation. Les amateurs émetteurs devant tenir compte des utilisateurs primaires dans la bande 438 – 440 MHz. Dans la pratique, cela signifie que les amateurs émetteurs ne peuvent commencer à émettre que lorsqu’ils sont certains qu’ils ne discernent aucune émission émanant du service de radio localisation.

La dernière phrase « Dans la pratique… » est totalement inexacte. En réalité, il faudrait lire « les radioamateurs qui sont sur le territoire néerlandais », ne peuvent commencer à émettre pour autant qu’ils soient certains de ne distinguer d’émissions du service de radio localisation. Dans toutes ses remarques, l’AT ne semble parler que de « radioamateurs » comme si il n’y en avait qu’aux Pays-Bas. Cette mentalité montre à juste titre que l’AT ne se préoccupe nullement des perturbations engendrées par les émetteurs DGPS au delà de ses frontières nationales. Il est clair que l’AT n’a rien à imposer aux radioamateurs qui ne sont pas sur le territoire néerlandais. Une station automatique en Belgique ou en Allemagne ne doit pas d’abord écouter si la fréquence est libre ou non. Comme tout le monde le sait, le segment de fréquences allant du 438 au 440 MHz est attribuée aux stations automatiques en Belgique et en Allemagne.

Agence Telecom : fonction de coordination

Pour prévenir toute perturbation de signaux radioélectrique une coordination transfrontalière est nécessaire.

Cette remarque est tout à fait correcte. Comme l’AT le sait, nous pouvons seulement nous demander pourquoi l’AT a attendu près de sept ans pour initier des tentatives de coordination avec les autres pays. Nous pouvons aussi nous demander pourquoi l’AT suspend elle même sans plus cette tentative de coordination lorsqu’elle remarque que les administrations étrangères ne semblent pas vouloir “pardonner” les fautes que l’AT a elle-même commises (aucune coordination depuis 2002) et n’acceptent pas une solution que l’AT voudrait imposer au détriment de la communauté radioamateur internationale. Ce que demande cette communauté est la stricte application des règles de comportement fixées par l’UIT qui sont maintenant sans aucun ménagement, ignoré par l’AT.

Agence Telecom est en charge de la coordination pour la bonne gestion de l’usage des fréquences avec les pays étrangers. L’agence coordonne l’utilisation des fréquences, suivants les accords internationaux tels que déterminés dans le Règlement Radio et selon des accords régionaux ou bilatéraux additionnels.

Telle coordination n’a pas été "faite", tel exercice de coordination "est initié" par le pays souhaitant mettre en service de nouvelles fréquences au bénéfice d’émetteurs dont la portée dépasse ses propres frontières. Une coordination est faite par l’ensemble de plusieurs pays, par exemple, la Belgique et les Pays-Bas. Un semblable exercice de coordination n’a jamais eu lieu lors de l’implantation du système DGPS aux Pays-Bas en 2002. Maintenant que les dégâts sont faits l’AT semble vouloir solutionner le problème au détriment des belges et des allemands au lieu de appliquer la solution qui semble évidente. Soit, en premier lieu changer la fréquence les émetteurs DGPS qui se trouvent à une distance de moins de 40 kilomètres de la frontière au-delà de 442 MHz, où 6 MHz ont été mis à disposition par les militaires.

Cela vaut pour les pays étrangers désirant mettre en service de telles fréquences dont les signaux radios pourraient amener des perturbations aux Pays-Bas.

En effet, la Belgique s’est toujours acquittée de cette obligation car pour toute station automatique qui est en service, il y a toujours eu une coordination internationale.

Très prochainement, l’Agence Telecom va délivrer de nouvelles licences pour des relais vocaux digitaux. L’utilisation des fréquences dans la bande 430 – 440 MHz par les radioamateurs est très limitée (peu d’activités) d’où un tel déplacement de fréquences de relais digitaux précités ne produira pas d’entraves pour la poursuite d’expérimentations.

Ceci est une constatation tout a fait subjective. Ce n’est pas parce qu’on entend rarement des signaux que ces fréquences ne sont pas utilisées. En premier lieu, les radioamateurs travaillent souvent avec des signaux de niveau très faible et même en dessous du niveau de bruit. En outre, nombres de fréquences dans le segment allant de 438 à 440 MHz sont assignées à des stations automatiques qui, effectivement, n’émettent qu’en cas de besoin. Peut-être que l’AT désirerait que les stations automatiques émettent 24h./24h. comme c’est le cas pour les émetteurs DGPS ? Ces stations émettent effectivement en continu sans se préoccuper s’il est utile de le faire (dans quel pourcentage du temps ces signaux sont ils réellement utilisés ?).

Dans toute l’argumentation soulevée par l’AT, il n’est nulle part fait mention de la dénomination incorrecte des signaux DGPS comme système de radiolocalisation. Il nous semble que c'est là un fait qu'ils essaient de cacher a tout prix. (voir notre précédente intervention à ce sujet)...

Finalement, nous nous demandons pourquoi l’AT ignore le plan de fréquences international établi par l’IARU, plan qui permet les radioamateurs de communiquer au-delà des frontières en toute harmonie. Cette méconnaissance est un comportement hautement provocateur...

John -ON4UN- et Filip –ON4PC-
CQ-QSO: cover 2010 21-07-2009

De redactie van CQ-QSO nodigt alle UBA-leden uit om de cover van CQ-QSO 2010 mee te helpen samenstellen door het aanleveren van goede foto's (vrij van auteursrechten).

Alle activiteiten op radioamateurgebied komen in aanmerking, met een lichte voorkeur voor het thema jeugdwerking. Enkel foto's in kleur en met een voldoende hoge resolutie kunnen worden verwerkt. Op 1 november 2009 wordt de inzameling afgesloten. Stuur je favoriete foto aan cqqso [at] uba [dot] be.

Tnx!